De jaarlijkse inentingscampagne tegen griep kent dit jaar een noviteit. Voor het eerst bevat het vaccin dit jaar een vaccin tegen vier verschillende soorten van het griepvirus. Voorheen bood de griepprik bescherming tegen drie varianten. Zo’n zes miljoen Nederlanders krijgen in de komende weken een uitnodiging van hun huisarts voor een griepprik.
Wie zich laat inenten, loopt gemiddeld tussen de 50 en 70 procent minder kans om besmet te raken door het influenzavirus. Hoe effectief het vaccin is, verschilt wel per jaar. Een virus kan muteren of een ander virus dan voorzien kan zich ineens volop verspreiden, waardoor de prik minder bescherming biedt.
Effectiviteit
Onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelden eerder vast dat de griepprik vorig jaar de kans op griep met 57 procent verkleinde. Dat is een stuk lager dan bijvoorbeeld de vaccins tegen kinderziekten. De Gezondheidsraad oordeelde enkele jaren terug in een onderzoek dat “de bewijskracht voor de effectiviteit niet optimaal is”. Het eindoordeel was dat er wel “voldoende aanwijzingen zijn dat vaccinatie ouderen beschermt tegen griep en de complicaties daarvan”.
Helft
De prik is voor iedereen van 60 jaar en ouder en voor mensen met bepaalde medische aandoeningen, voor wie griep een groter gevaar is dan voor anderen. Vorig jaar ging iets meer dan de helft van de mensen die een uitnodiging hadden gekregen naar de huisarts voor een griepprik. Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) noemde dat goed nieuws, want sinds 2008 was sprake van een daling.
Onderzoek
Een commissie onderzoekt in opdracht van het ministerie of zorgpersoneel verplicht kan worden tot vaccinatie tegen griep. Beroepsorganisatie NU ’91 vindt zo’n verplichting in strijd met de grondwet, waarin staat dat het lichaam onaantastbaar is. De organisatie van verpleegkundigen en verzorgenden vindt het “bezwaarlijk als de druk bij zorgprofessionals wordt opgevoerd en een schuldgevoel wordt aangepraat als zij zich niet laten vaccineren”. (ANP)