Onderzoekers van onder meer Amsterdam UMC krijgen een Europese subsidie van 30 miljoen euro. Het geld is bedoeld voor de ontwikkeling van nieuwe zogeheten ‘speurstoffen’ waarmee is vast te stellen of immunotherapie kansrijk is voor de patiënt.
“Wij kijken in de patiënt en willen zo vroeg mogelijk vaststellen of de therapie die de patiënt krijgt kansrijk is”, licht Bert Windhorst, hoogleraar Radiofarmacochemie bij Amsterdam UMC, de onderzoeksopzet toe. “Met speurstoffen, ook wel tracers, sporen we de geactiveerde immuun-cellen die de tumor aanvallen op. Na immunotherapie injecteren we weer de tracer en kijken we of door de behandeling het aantal geactiveerde immuun-cellen toeneemt. Als dat zo is, dan verwachten we dat de therapie bij die patiënt zal aanslaan.”
Er komen steeds meer therapieën die ingrijpen op het immuunsysteem, de zogeheten immunotherapie. Het effect van de immunotherapie in de patiënt is erg lastig te meten en te voorspellen.
Samenwerking
Het nieuwe onderzoek is mogelijk door een subsidie van Innovative Medicines Initiative (IMI). Dit is een gezamenlijk technologie-initiatief tussen de Europese Unie (EU) en de Europese Federatie van Farmaceutische Industrie en Verenigingen (EFPIA). Windhorst cördineert het project samen met wetenschappers van farmaceut F. Hoffmann-La Roche in Basel. Het project loopt vijf jaar met een totaal onderzoeksbudget van 30 miljoen euro. Vijfiten miljoen euro is afkomstig van de EU in de vorm van een subsidie. De andere helft financieren de farmaceutische bedrijfspartners (EFPIA) in de vorm van bijdragen in natura of in geld aan het project.