Voor het derde jaar op rij zijn ziekenhuizen minder gaan investeren, concludeert KPMG in haar Healthcheck Ziekenhuizen 2019. Zorgelijk, want investeringen zijn juist hard nodig om de komende jaren 1,8 miljard euro om te buigen. “Uitdagend maar niet onmogelijk”, noemt de accountantsorganisatie die opdracht. Anna van Poucke, sectorleider Health bij KPMG, geeft uitleg.
“Om in de beeldspraak te blijven: we zien geen acute patiënten, maar er zijn wel een stuk of vier ziekenhuizen die het erg zwaar hebben”, stelt Anna van Poucke, partner bij KPMG en sectorleider Health. “Als we naar de lange termijn kijken, is er ook wel reden tot zorg. De marges staan onder druk, onder meer door het personeelstekort.”
Substantieel bedrag
De rentabiliteit neemt af, blijkt uit de analyse van KPMG: bijna 80 procent van de ziekenhuizen zat vorig jaar onder de norm van 2,5 procent die de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) aanhoudt, vijf jaar geleden was dat ongeveer 55 procent. De financiële en operationele druk neemt naar verwachting de komende jaren alleen maar toe. Het Hoofdlijnenakkoord zorgt er voor dat ziekenhuizen tot 2022 te maken krijgen met een geschatte ombuiging van volumes ter waarde van € 1,8 miljard om de afgesproken nullijn te realiseren. “Dat is echt een heel substantieel bedrag.”
Investeringen dalen
“De marges worden kunstmatig goed gehouden door weinig te investeren”, zegt Van Poucke. “Voor het derde jaar op rij zijn de investeringen met 7 procent gedaald.” Een andere reden voor de teruglopende investeringen is dat traditionele financiers van de sector – de banken – terughoudend zijn met financieren door de hogere technologische risico’s. Ook is vaak onduidelijk hoe de businesscase eruit ziet voor zorginnovaties. “Een mogelijke oplossing zou zijn dat ook pensioenfondsen of verzekeraars gaan investeren.”
Digitaliseren
Dat terwijl investeringen in technologie en juist hard nodig zijn. Om bijvoorbeeld meer zorg thuis te leveren, moet je de patiënt daartoe in staat stellen met apps en communicatiemiddelen. Daarnaast kan technologie ook het personeelstekort deels oplossen, denkt Van Poucke. “Naar schatting kan 36 procent van de taken die professionals nu uitvoeren gedigitaliseerd worden. Ik zou willen zeggen: begin dan bij de administratieve taken, bijvoorbeeld door te zorgen dat een zorgprofessional iets alleen in hoeft te spreken om het automatisch in het systeem te krijgen. Dat bespaart tijd en maakt het beroep meteen aantrekkelijker, want mensen in de zorg zijn het liefst natuurlijk bezig met hun vak.”
Slechte datastructuur
De teruglopende investeringen zijn niet het enige struikelblok, stelt Van Poucke vast. Het schort ook aan regie en samenwerking. “De datastructuur is gewoon slecht, systemen sluiten niet op elkaar aan. Het is alsof iedere gemeente zijn eigen wegen aanlegt, de één een klinkerweg en de ander asfalt. Terwijl ze niet goed overleggen of ervan op de hoogte zijn wat de ander doet.”
Improductief
Ook is ieder ziekenhuis zelf aan het investeren en innoveren, maar het is niet efficiënt als dat op negentig verschillende plekken gebeurt. “De regie is versnipperd, zo zetten we onszelf klem. Daar zouden de vier grote verzekeraars echt het voortouw in moeten nemen. Het is fair enough dat ze hun eigen koers willen kiezen, maar het moet niet improductief worden.”
UMC’s als voortrekker
Positief is volgens Van Poucke dat de problematiek op de politieke agenda staat. “In een brief die de minister begin juli stuurde, staat bijvoorbeeld aangegeven dat UMC’s een voortrekkersrol moeten spelen in de regio. Het zou mooi zijn als zij het voortouw kunnen nemen voor innovaties in de regio en dat betalen door een shared savings-model in hun regio. Zij kunnen de regie dan wat meer nemen en de innovatie aanjagen.”
Niet snel genoeg
De berichten op Prinsjesdag bieden wat dat betreft ook aanknopingspunten. Van Poucke: “Het kabinet heeft gezegd dat het niet snel genoeg gaat. Ik geloof niet dat het ministerie alles moet voorschrijven, maar als ze zien dat het in een bepaalde regio niet goed gaat, kunnen ze wel zeggen: wat gaan jullie hier aan doen?”