Het tempo waarin de zorg wordt vernieuwd moet flink omhoog, stelt voorzitter André Rouvoet van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in reactie op de door het kabinet gepresenteerde begroting voor 2020. ActiZ, brancheorganisatie van zorgondernemers, pleit voor durf en een langetermijnvisie.
“Ook volgend jaar trekt het kabinet weer meer geld uit voor de gezondheidszorg”, aldus Rouvoet in een verklaring. “Uiteindelijk gaat dat voor zowel de portemonnee van de premiebetaler als de schatkist van de overheid ten koste van andere bestedingen. Om de zorg ook in de toekomst beschikbaar en betaalbaar te houden, zullen zorgorganisaties, zorgverleners, zorgverzekeraars en overheid daarom gezamenlijk, met patiëntvertegenwoordigers, moeten investeren in het vernieuwen van zorg.”
Moed en scherpe keuzes
Volgens Rouvoet vraag vernieuwen om moed en scherpe keuzes van alle betrokkenen: “stoppen met zorg die niet zinnig is, het verplaatsen van zorg naar de juiste plek en het voorkomen van zorg door meer aandacht voor leefstijl en preventie.” Door de stijgende zorgvraag en de uitdagingen op het gebied van arbeidsmarkt en ict moet het tempo waarmee de zorg wordt vernieuwd “flink omhoog”, zegt de ZN-voorzitter. “Met het oog op het structurele gebrek aan zorgprofessionals en de razendsnelle, technologische transformatie in andere sectoren, moeten we als gezondheidszorg alle zeilen bijzetten.”
Maatschappelijk vraagstuk
Evenals ZN pleit brancheorganisatie ActiZ voor meer ambitie van de VWS-bewindslieden. ActiZ-vicevoorzitter Jacqueline Joppe: “We weten al jaren dat het aantal ouderen fors stijgt en de vraag naar ouderenzorg dus toeneemt. Het gaat niet alleen om geld, het systeem loopt vast. We moeten ons als samenleving uitspreken over hoe we in de toekomst oud willen worden en welke zorg we daarbij kunnen en mogen verwachten. De schaarste moet opnieuw worden verdeeld. Dit is een maatschappelijk vraagstuk dat zorgorganisaties niet alleen kunnen oplossen.”
Langetermijnvisie
Het is wat ActiZ betreft tijd voor durf en langetermijnvisie om de zorg in de toekomst beschikbaar en betaalbaar te houden. “Het moet in de toekomst niet uitmaken waar je langdurige zorg krijgt, thuis of in het verpleeghuis. Dat vraagt om goede samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen, verpleeghuizen en gemeenten en zorgverzekeraars.” Voor een toekomstbestendige ouderenzorg doet ActiZ drie aanbevelingen: creëer snel meer passende woonvormen; werk aan één kwaliteitskader voor ouderenzorg; investeer in wijkverpleging en in zorgcoördinatie, bijvoorbeeld rond onplanbare nachtzorg en eerstelijnsverblijf.
Dat het kabinet nu zegt verder te gaan kijken dan de huidige regeerperiode en ‘contouren gaat schetsen voor de toekomstige organisatie van de zorg’ is een stap in de goede richting. ActiZ benadrukt dat de toekomst van zorg voor ouderen en chronisch zieken een maatschappelijk vraagstuk is waar iedereen, jong en oud, bij betrokken moet zijn.
Investeringsfonds
De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) wil dat het kabinet meer investeert, met name in medicijninnovatie. In een eerste reactie pleit directeur Gerard Schouw ervoor om een deel van het aangekondigde investeringsfonds te besteden aan vernieuwende geneesmiddelen. “Dan vinden immuuntherapie, cel- en gentherapie sneller hun weg naar de patiënt.” Volgens Schouw spaart een goede investering op termijn juist geld uit. “Denk aan minder ligdagen, operaties, thuiszorg en ziekteverzuim. Dat geldt zeker voor de nieuwe generatie geneesmiddelen, zoals immuun-, cel- en gentherapie. Maar dan moeten we ziekenhuizen wel de financiële ruimte geven om die krachtige therapieën in te zetten.”
Specialisten ouderengeneeskunde
Volgens Verenso blijkt uit de Prinsjesdagstukken dat het kabinet extra aandacht heeft voor het opleiden van voldoende specialisten ouderengeneeskunde. De organisatie is hier blij om. “Deze dokters zijn hard nodig om de groeiende groep ouderen de zorg te kunnen geven die zij nodig hebben”, zegt Verenso-voorzitter Nienke Nieuwenhuizen. “Net als het kabinet, vinden wij dat er in verpleeghuizen en in de eerste lijn voldoende, gemotiveerde en deskundige zorgverleners moeten zijn om de zorg voor ouderen te garanderen. De specialist ouderengeneeskunde hoort hier vanzelfsprekend bij.”
Passende woningen
Een stuk kritischer is ouderenbond ANBO. Volgens de belangenbehartiger is er te weinig oog voor passende woningen voor ouderen. “De huidige woningmarkt is totaal niet ingericht op de behoeftes van deze groeiende groep.” De organisatie wil dat daar bij de verdeling van de geldpot van 2 miljard euro voor de woningmarkt rekening mee wordt gehouden. Wat ANBO betreft, komen er meer geschikte woningen voor ouderen en worden bestaande woningen omgebouwd. “Meer investeren in wonen, welzijn en wijken betekent lagere zorgkosten en een hogere kwaliteit van leven. En dat is toch wat we allemaal willen”, aldus directeur-bestuurder Liane den Haan van ANBO.
—-