Dam de stijgende uitgaven aan dure geneesmiddelen in door een overheid die zich opwerpt als producent of financier van nieuwe geneesmiddelen.
Dure geneesmiddelen worden vooral gebruikt bij de behandeling van kanker, chronische darmontsteking en reuma. De uitgaven om die geneesmiddelen te bekostigen stijgen elk jaar sneller1. Enerzijds door een toename van het aantal dure geneesmiddelen dat vergoed wordt. Anderzijds door het groeiende aantal patiënten dat deze geneesmiddelen voorgeschreven krijgt. Hierdoor dreigen bezuinigingen op andere vormen van zorg2.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders trekken steeds vaker samen op om de uitgavenstijging te drukken. Zo wordt via gezamenlijke inkoop lagere prijzen bedongen3. Daarnaast wordt ingezet op dosisoptimalisatie waardoor de volumes en uitgaven per patiënt dalen4. Het netto-effect van deze prijsmaatregelen is echter onvoldoende om de huidige uitgavenstijging te drukken. Ook een ministerieel appel op transparantie over medicijnprijzen of de betrokkenheid van het Ministerie van VWS bij prijsonderhandelingen zal onvoldoende effect sorteren5. Dit komt primair door de tegengestelde belangen in de driehoek farmaceutische industrie-zorgaanbieder-zorgverzekeraar.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders participeren binnen een publiek gezondheidssysteem dat gestoeld is op het solidariteitsprincipe. Binnen dit systeem betalen we – binnen de grenzen van het acceptabele maar vanuit een afhankelijkheidsrelatie van de industrie – uit collectieve middelen wat moet.
De farmaceutische industrie bestaat daarentegen uit private bedrijven die afhankelijk zijn van investeringskapitaal. Haar bestaansrecht stoelt op winstmaximalisatie wat ze onder andere realiseert door een hoge medicijnprijs. Argumenten om die prijs te rechtvaardigen zoals ‘hoge introductietarieven vanwege de snelle afname van prijsstabiliteit’ en ‘verdiscontering van onderzoekskosten in de gehanteerde prijzen’, hebben wel intrinsieke waarde, maar zijn van ondergeschikt belang. Ze dienen eerder om de aandacht af te leiden van het principe van winstmaximalisatie op het moment dat er maatschappelijke verontwaardiging optreedt over de gehanteerde prijs6. Dit is geen verwijt richting industrie. Zij werkt precies volgens de kaders die vanuit marktwerking zijn geschapen.
Het streven naar winstmaximalisatie is echter debet aan de ongebreidelde uitgavenstijging. Als (beurs)investeerders een inschatting maken van het te behalen rendement door een (nieuw) medicijn volgt een hogere bedrijfswaardering. Op haar beurt zorgt dat voor een hoger overnamebedrag of een hoger te behalen rendement uit geneesmiddelen. Beide worden verrekend in de medicijnenprijs. De recente investering van Gilead in Galapagos van 5 miljard euro kan gezien worden als voorbeeld van die vicieuze cirkel7.
Het temperen van de uitgavenstijging zonder concessies te doen aan het solidariteitsprincipe is een forse uitdaging. Europees georganiseerde inkoop lijkt misschien kansrijk, maar zal door de belangen die onder andere Frankrijk en Duitsland hebben in hun eigen farmaceutische industrie niet effectief blijken.
Met oog op de lange termijn zou de overheid zich kunnen opwerpen als financier of producent van geneesmiddelen. Door investeringen te doen in nieuwe biotechbedrijven kunnen lage prijzen voor de toekomst worden bedongen. Daarnaast kan de ontwikkeling van nieuwe of vervangende geneesmiddelen bekostigd worden met de gelden die nu worden uitgegeven aan de minst effectieve geneesmiddelen.
1 Bron: ‘Monitor medicijnen in de medisch-specialistische zorg’, NZa januari 2019. 2‘Kopzorgen bij ziekenhuizen door peperdure pillen’ AD 2 februari 2019 3 ‘Ziekenhuizen en zorgverzekeraars sluiten deal voor goedkopere medicijnen’ Medisch Contact 12 april 2018 4 ‘Hoe de Maartenskliniek de uitgaven aan dure medicijnen verlaagde’ NRC 12 april 2019 5 ‘Medicijn borstkanker en longkanker vergoed’ Telegraaf 20 augustus 2019 6 ‘Duurste medicijn ter wereld komt naar Nederland’, FD 27 mei 2019 7 ‘Farmaceut Galapagos beurt 5 miljard dollar voor vredesverdrag met concurrent’, Volkskrant 14 juli 2019 |