Een bemoeizorg-verpleegkundige is door het tuchtcollege op de vingers getikt. Een cliënt had hem aangeklaagd voor onder andere het delen van haar gegevens met derden, zonder daarover te overleggen. Ook had de verpleegkundige een diagnose gesteld die hij niet mocht stellen.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelde dat de klacht deels gegrond is. De door de verpleegkundige genoemde werkdruk is volgens het college geen excuus voor zijn tekortkomingen. De verpleegkundige krijg een berisping, een waarschuwing dat het verwijtbaar gedrag zich niet meer mag herhalen.
Vreemd gedrag
De klager en verpleegkundige kregen contact in juli 2017, toen de woningbouwvereniging de klager vanwege klachten over overlast aanmeldde voor bemoeizorg. De verpleegkundig heeft aan de hand van de eerste melding door de woningbouwvereniging een aanmeldingsformulier opgemaakt. Hierin nam hij op dat de cliënt ‘vreemd gedrag’ vertoonde en diagnosticeerde hij haar door het woord ‘psychiatrie’ op te schrijven. De klager is van mening dat dit haar goede naam heeft aangetast en dat de verpleegkundige een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het Tuchtcollege merkt op dat de verpleegkundige niet bevoegd is om een diagnose te stellen en verklaart beide aanklachten als gegrond.
Privacy
Een ander feit dat het tuchtcollege als gegrond heeft verklaard, is het feit dat cliëntgegevens zijn verstrekt aan derden zonder toestemming van de klager. De verpleegkundige erkent informatie te hebben verstrekt aan de gemeente, meer routinematig dan bewust.
Het college wijst op de ‘Handreiking gegevens uitwisseling in de bemoeizorg’, opgesteld door de GGD GHOR Nederland, GGZ Nederland en de KNMG. “Een (tijdelijke) beperking van deze rechten, waaronder schending van de privacy, moet worden gezien als een uitzondering op de regel en moet deugdelijk worden gemotiveerd.”
De klager zegt ook dat de verpleegkundige gesprekken met haar heeft geweigerd, maar die aanklacht is ongegrond verklaard.