Dwangprocedures in de ggz worden nog te vaak onzorgvuldig uitgevoerd. Dat blijkt uit het jaarverslag van Stichting Patiëntvertrouwenspersoon (pvp).
De stichting PVP komt op voor de rechten van cliënten binnen de ggz en vormt een onderdeel van de keten van rechtsbescherming bij potentieel gedwongen zorg. Ggz-cliënten die zijn opgenomen in een ggz-instelling waar dwang mag worden toegepast, hebben het recht om ondersteunt te worden door een pvp. De pvp legt van elke vraag en klacht een dossier aan. Deze vragen en klachten zijn geanalyseerd in het jaarverslag van de stichting.
Dwangtoepassingen
Bijna 60 procent van de vragen en klachten in 2018 kwam van cliënten die gedwongen zorg ondergingen. Volgens de stichting PVP blijkt dat de zorgvuldigheid ten aanzien van de in de wet vastgelegde procedurele eisen rondom dwangtoepassingen te wensen overlaat. Het niet of onvoldoende informeren over beperkingen en dwangbehandeling leidden tot gegrondverklaringen van de klachten. Zo werden cliënten niet altijd op de juiste manier schriftelijk geïnformeerd over opgelegde beperkingen. Ook was er weinig communicatie rondom besluiten tot dwangbehandeling en over de toepassen van middelen en maatregelen.
Bij klachten over een dwangbehandeling gaat het meestal over gedwongen medicatie. Omdat dwangbehandeling grote impact heeft op de cliënt, heeft de wetgever bepaald dat de cliënt hierover zorgvuldig moet worden geïnformeerd. Dit dient te gebeuren met goed onderbouwde argumenten en aan de hand van vaste procedures. GGZ-professionals lijken hier niet voldoende van op de hoogte te zijn, aldus de stichting.
Inzage in eigen dossier
Uit het jaarverslag blijkt dat medewerkers van instellingen ook niet altijd op de hoogte zijn van de rechten en procedures rond het verstrekken van een kopie dossier of inzage in het dossier. Het zou bij verschillende instellingen lastig zijn om inzage of een kopie van hun eigen dossier te krijgen. De pvp kan hierbij ondersteunen, maar ook voor de pvp was dossierinzage soms lastig te realiseren. Deze bevoegdheid is wettelijk vastgelegd, maar zelfs met schriftelijke toestemming van de cliënt kreeg de pvp in diverse gevallen geen toegang tot het dossier.
Wet Verplichte GGZ
Per 1 januari 2020 gaat de Wet Verplichte GGZ (Wvgg) in. De pvp krijgt er dan nieuwe wettelijke taken bij. “Meer maatwerk in verplichte zorg en meer mogelijkheden voor de cliënt om zijn stem te laten horen. De pvp krijgt hierdoor nieuwe wettelijke taken, zoals het verlenen van advies en bijstand aan cliënten voor wie een verzoek voor een zorgmachtiging of een crisismaatregel wordt voorbereid of voor wie een zorgmachtiging is afgegeven of crisismaatregel is genomen,” legt Nannie Flim, directeur/bestuurder Stichting PVP uit. Ook gaat de pvp ondersteuning bieden aan cliënten bij het opstellen van hun zorgkaart. Hierin geeft de cliënt aan welke zorg hij het liefst wilt ontvangen.
In de nieuwe wet moeten alle vormen van verplichte zorg, mits geen crisis met onmiddellijk dreigend gevaar, via een zorgmachtiging worden aangevraagd. De verwachting is dat ambulante cliënten een groter beroep zullen doen op de pvp, in verband met deze zorgmachtiging. Daar komt bij dat bij toestemming van de cliënt de behandelaar verplicht is om de pvp inzicht te geven in het dossier van de cliënt. Zo wordt de pvp al vroeg in de procedure rondom de zorgmachtiging betrokken.
De stichting adviseert blijvende aandacht voor scholing van ggz-professionals in wet- en regelgeving.