Mondhygiënisten mogen de komende vijf jaar zelfstandig taken uitvoeren die eerder alleen in opdracht van een tandarts mochten worden gedaan. Minister Bruins (Medische Zorg) maakt het experiment met taakherschikking in de mondzorg mogelijk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB).
Al in 2000 adviseerde de Adviesgroep Capaciteit Mondzorg om mondhygiënisten taken te laten overnemen van tandartsen. Het zou dan gaan om de preventieve mondzorg, de prothetische mondzorg en de meer reguliere tandheelkunde, zoals herhaalcontroles en zo nodig het boren en vullen van gaatjes. De meer complexe behandelingen zouden voorbehouden blijven aan tandartsen. In 2002 werd de opleiding tot mondhygiëniste hier ook op aangepast, maar daarna kwam er – vooral door verzet van de tandartsen – van taakherschikking weinig terecht.
In 2012 maakte het toenmalige kabinet van taakherschikking in de zorg een speerpunt en ook nu blijft het kabinet, maar ook het Capaciteitsorgaan, erbij dat taakherschikking in de mondzorg noodzakelijk is om die zorg toegankelijk te houden. De sector zelf slaagde er echter niet in om hierover afspraken te maken. De mondhygiënisten, die al die tijd hebben staan trappelen, krijgen nu dus groen licht van de minister om zonder tussenkomst van een tandarts handelingen uit te voeren.
Register mondhygiënisten
De minister laat daarvoor een nieuw register inrichten waarin mondhygiënisten met de juiste diploma’s zich kunnen inschrijven. In het experiment mogen de mondhygiënisten gaatjes behandelen, maar ook verdoving toedienen en röntgenfoto’s maken.
De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten noemt het in een reactie een positieve ontwikkeling voor de mondgezondheid van de patiënt. “Met preventie als vertrekpunt kan met de juiste inzet van mensen en middelen een mondgezonde generatie worden bereikt en wordt er optimaal gebruikgemaakt van de capaciteit van mondzorgverleners”, aldus Manon van Splunter-Schneider, voorzitter van NVM-mondhygiënisten.
Te weinig tandartsen
Volgens de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) zit het kabinet met dit mondzorgbeleid op de verkeerde weg en moeten er juist meer tandartsen worden opgeleid in plaats van de taken te herschikken.
“De laatste jaren wordt juist overal in de zorg de les getrokken dat er één team nodig is, met één aanspreekpunt en één patiëntendossier”, stelt de ANT in een verklaring. “De patiënt in Nederland hecht veel waarde aan een vaste relatie met zijn mondzorgverlener en heeft daarbij recht op vrije keuze. Dat recht komt steeds meer onder druk te staan doordat er te weinig tandartsen worden opgeleid en de mondhygiënist de rol van poortwachter krijgt opgedrongen. (..) De ANT is overtuigd dat het experiment gedoemd is te mislukken en wij zijn van mening dat de minister momenteel op een onverantwoorde wijze aan het gokken is met de belangen van onze patiënten. Binnen tien jaar zal een-derde van de tandartsen met pensioen gaan. Tegelijkertijd neemt de complexe zorgvraag toe door de vergrijzing. Het opleiden van een tandarts kost ruim zes jaar en de opleidingen zijn niet van vandaag op morgen uitgebreid.”
Wanneer het experiment succesvol blijkt wil de minister de tijdelijke regeling permanent maken.