Ggz-instellingen en zorgverzekeraars gaan aan de slag met een nieuwe manier van verantwoorden. Deze werkwijze – die voortkomt uit het rapport van de taskforce gepast gebruik in de ggz – vermindert de administratieve lasten en moet het werkplezier vergroten. De eerste instellingen kunnen dit jaar waarschijnlijk al met de nieuwe werkwijze aan de slag.
In de huidige praktijk wordt er onnodig geregistreerd. Deels door onduidelijkheid over de registratievereisten, soms uit vrees om het onjuist te doen. Dat schrijft staatssecretaris Paul Blokhuis in een brief aan de Kamer. Met het advies is een concrete stap gezet vanuit het Hoofdlijnakkoord GGZ en het actieplan (Ont)regel de Zorg.
Registratie-eisen
De nieuwe registratie-eisen beperken zich tot wat noodzakelijk is voor het leveren van goede zorg aan de patiënt. Het advies toont ook hoe instellingen zich kunnen verantwoorden over de effectiviteit en medische noodzaak van de geleverde zorg. “Zo wordt er gericht gestuurd op het voorkomen van over- of onderbehandeling”, reageert Blokhuis. “Het rapport van de taskforce is dan ook een belangrijke mijlpaal in het bestuurlijk akkoord.” In het advies wordt concreet beschreven hoe een procesmatige verantwoording en basisregistratieset eruitziet.
Julliëtte van Eerd, bestuursvoorzitter van GGz Breburg en lid van de taskforce, stelt dat er nu duidelijkheid is over de te registreren gegevens en hoe organisaties zich op procesniveau zowel per cliënt als op instellingsniveau kunnen verantwoorden. “Dat vertrouwen op voorhand inbouwen en met verzekeraars het gesprek aangaan voorkomt verrassingen achteraf.”
Arbeidsmarkt
Blokhuis meent dat een aanzienlijke vermindering van de regeldruk in de curatieve ggz bijdraagt aan het oplossen van de arbeidsmarktproblematiek, het terugdringen van wachtlijsten en het vergroten van het werkplezier. “Zo hopen we professionals niet alleen vast te houden voor de ggz maar ook aantrekkelijker te zijn voor aankomende zorgprofessionals om te gaan werken in deze sector.”
Zowel de ondertekenaars van het Hoofdlijnenakkoord GGZ als de Nederlandse Zorgautoriteit ondersteunen de nieuwe verantwoording. “Dat betekent dat instellingen en verzekeraars in de ggz aan de slag kunnen met een procesmatige verantwoording van gepast gebruik”, aldus Blokhuis.
De eerste instellingen kunnen naar verwachting al dit jaar met de werkwijze aan de slag. Voor andere instellingen die verdergaande aanpassingen in hun administratie moeten doorvoeren, zal de nieuwe werkwijze in 2020 of in 2021 in praktijk worden gebracht.
Geen quick fix
“De beschreven procesmatige verantwoording is geen quick fix”, waarschuwt Blokhuis. Instellingen zullen volgens hem moeten investeren in een aanpassing van de administratieve organisatie. “In eerste instantie zal het een extra investering vragen om naar een procesmatige verantwoording te komen, maar er ligt hiermee een passend kader voor het gebruik van zorgstandaarden en de weg naar horizontaal toezicht’’, aldus Van Eerd. De werkwijze kan volgens haar ook voor andere domeinen gebruikt worden, zoals in de forensische zorg en het sociaal domein.
Om ruimte te creëren om met het advies aan de slag te gaan, is in het rapport een stimuleringsregeling opgenomen die inhoudt dat onder voorwaarden de nieuwe regels ook gelden voor 2017 en 2018. De taskforce bestaat uit Marjan Trompetter, namens ZN, Julliëtte van Eerd, namens GGZ Nederland, en David Voetelink, namens het Erasmus MC.
Door: Laura van Elst