Ieder jaar belanden er meer dan zestigduizend patiënten door toedoen van een huisdier of een paard op de spoedeisende hulp. Dat is ongeveer drie procent van alle gevallen.
Dat blijkt uit onderzoek van chirurg in opleiding Eva van Delft van het Spaarne Gasthuis. Met haar mede-onderzoekers bestudeerde zij de dossiers van alle 18.550 patiënten die afgelopen jaar door ongevallen op de SEH van het Spaarne Gasthuis zijn beland. Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Trauma Case Reports.
Uitwijken
De onderzoekers keken niet alleen naar bijtwonden of patiënten die van een paard waren gevallen. Als een dier op wat voor manier dan ook betrokken was bij het ontstaan van het letsel, werd dit genoteerd. Bijvoorbeeld mensen die in het verkeer uitwijken voor een dier en daarbij zelf gewond raken, iemand wilde laten zien hoe de kat was uitgegleden en zelf viel en haar arm brak of iemand die uitgleed over de urine van een hond en zijn rug bezeerde.
Traumacentrum
Uit het onderzoek bleek dat bij drie procent van de gevallen een dier betrokken was. Omgerekend naar Nederland zijn dat – als het Spaarne Gasthuis representatief is – zestigduizend patiënten. Maar waarschijnlijk nog meer. Het Spaarne Gasthuis ligt in de randstad. Vergeleken met het Nederlandse platteland land is daar relatief weinig vee. Daarnaast is het ziekenhuis een level-2 traumacentrum. Zeer ernstig of zelfs levensbedreigend letsel – bijvoorbeeld door verdrukking in een stal – gaat direct naar een level-1 traumacentrum. Ook is het mogelijk dat het dier niet in het dossier vermeld wordt.