Het contact tussen de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en Fivoor, de instelling waar Michael P. was opgenomen, verliep moeizaam. Dat blijkt uit de bijlagen en verantwoording bij het donderdag gepubliceerde rapport.
“De Raad heeft veel personen niet een-op-een kunnen spreken omdat ze begeleid werden door een leidinggevende of een jurist. De Raad vindt dit onwenselijk omdat dit mogelijk het vrijuit spreken belemmert, en daarmee van invloed kan zijn op het onderzoek.” De afspraken kwamen al moeizaam tot stand, aldus de OVV. Ook wilde Fivoor – dat het rapport vooraf ter inzage heeft ontvangen – het nodige aangepast zien. De OVV heeft zeventien van de aangedragen punten kunnen weerlegt.
Vrije keuze
Fivoor laat in een reactie weten dat alle betrokkenen vrijblijvend de gelegenheid hebben gekregen om iemand bij de gesprekken te betrekken als zij daar behoefte aan hadden. Dat was omdat alle sessies -intern, dan wel met politie, de Inspectie voor de Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) een behoorlijke emotionele belasting waren voor hen. “Sommige medewerkers hebben er inderdaad voor gekozen een collega erbij te betrekken in veel gevallen was dat de geneesheer-directeur”. aldus Fivoor in een verklaring. “Maar men was volledig vrij om dat wel of niet te doen. Er hebben bij Fivoor geen juristen bij gezeten.”
Regulier proces
“Ook hebben wij geen invloed willen uitoefenen op de tekst van het rapport in wat voor manier dan ook”, stelt Fivoor. De commentaren op bevindigen van de OVV noemt Fivoor onderdeel van “een regulier, transparant proces”. “Het publiceren van een tabel van voorgestelde aanpassingen is onderdeel van het gebruikelijke wederhoor”, aldus Fivoor. “Wij zijn in de gelegenheid geweest (net als alle andere betrokkenen) om opmerkingen te maken over onderdelen van de concept rapportage. Sommige hebben ze overgenomen, sommige niet. Ook bijna alle andere betrokken instanties hebben gebruik gemaakt van die mogelijkheid.” (ANP/Skipr)