Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) moet inzage geven in sms’jes en WhatsApp-berichten van ambtenaren over de failliete thuiszorgorganisatie TSN. Dat volgt uit een oordeel van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een zaak die was aangespannen door branchevereniging Zorgthuisnl (voorheen Branchevereniging Thuiszorg Nederland).
Zorgthuisnl heeft in 2016 met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) alle documenten opgevraagd waarin het ministerie communiceerde over de financiële moeilijkheden bij TSN. Het ging daarbij met name om de communicatie met branchegenoot Buurtzorg, die na het faillissement een groot deel van de taken van TSN heeft overgenomen.
Zorgthuisnl had sterke aanwijzingen dat het ministerie van VWS een duidelijke voorkeur had voor een bepaalde aanbieder voor de erfenis van TSN thuiszorg. In september 2016 kwam al naar buiten dat ambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid (VWS) Buurtzorg sturende tips gaven over hoe zij de overname TSN konden laten slagen. Het ging hierbij onder meer om fiscale tips waarmee Buurtzorg de winstcijfers kon drukken. Dit bleek uit e-mails tussen de ambtenaren en Buurtzorg, die na het Wob-verzoek van Zorgthuisnl openbaar werden.
Wandelgangen
Zorgthuisnl wilde daarnaast ook inzage in de sms’jes en WhatsApp-berichten op de mobiele telefoons van ambtenaren van VWS. Aan dit laatste deel van het Wob-verzoek wilde VWS niet voldoen. De minister voerde aan dat sms- en WhatsApp-berichten naar aard en inhoud vergelijkbaar zijn met telefoongesprekken en mondeling overleg in de wandelgangen en daarom niet onder het documentbegrip van de Wob vallen. Daar ging de rechtbank Midden-Nederland al niet in mee. Die oordeelde dat sms- en WhatsApp-berichten wel degelijk als document onder de Wob vallen. De techniek van opslaan als zodanig mag niet bepalen of de Wob wel of niet op een document van toepassing is, stelde de rechtbank. Het maakt ook niet uit of de berichten op een zakelijke of privételefoon staan.
De Raad van State bevestigt nu dit oordeel van de rechtbank. Sms’jes en WhatsApp-berichten op zowel zakelijke als privételefoons van bestuurders en ambtenaren vallen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), als deze in het kader van het werk zijn verstuurd.
Gelijk speelveld
Het ministerie moet nu opnieuw naar het Wob-verzoek van Zorgthuisnl gaan kijken. Hans Buijing, bestuurder van de branchevereniging is blij met de uitspraak van de Raad van State. “Voor ons is het van belang dat besluitvorming die het hele veld aangaat openbaar is”, zegt hij. “Verder is het belangrijk dat er een gelijk speelveld is, waarin iedereen zich aan dezelfde regels moet houden, ook het ministerie.”
Volgens Buijing had het ministerie destijds vooral oog voor de continuïteit van zorg voor de vele duizenden cliënten van TSN Thuiszorg. “Dat was voor ons ook belangrijk”, zegt de bestuurder van Thuiszorgnl. “Maar die had wat ons betreft ook gegarandeerd kunnen worden met TSN of andere zorgaanbieders. Dat hebben wij ook bij de gemeenten aangekaart. De meesten zijn toen opnieuw gaan kijken, met alle aanbieders, wie de zorg het beste kon overnemen.”
Voor Zorgthuisnl is de volgende stap om het oorspronkelijke Wob-verzoek alsnog gehonoreerd te krijgen. “We moeten kijken of wij daarin bevestigd krijgen wat uit de andere stukken is gebleken.”
Privacy
Dat betekent overigens niet dat alle sms’jes en WhatsApp-berichten ook daadwerkelijk openbaar moeten worden. Allereerst heeft de Wob alleen betrekking op zakelijke en niet op privéberichten. Daarnaast kan een bestuursorgaan openbaarmaking op grond van de Wob in sommige gevallen weigeren. Die weigeringsgronden blijven onverkort van toepassing, bijvoorbeeld wanneer het openbaar maken van berichten de privacy van betrokken personen of de belangen van de overheid schendt. Openbaarmaking mag verder geweigerd worden als berichten ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ bevatten. Bij sms’jes en WhatsApp-berichten zal dat vaker het geval zijn dan bij andere soorten documenten, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Bestuursorganen hebben verder geen toegang tot de privételefoon van de ambtenaar. Als een ambtenaar zijn privételefoon gebruikt voor het ontvangen en verzenden van werkgerelateerde berichten, moet hij deze berichten desgevraagd overdragen aan het bestuursorgaan. Bestuursorganen kunnen hierover regels opstellen, die bijvoorbeeld bepalen dat de ambtenaar dit soort berichten alleen op een werktelefoon zet.