© Lagartija de colores / fotolia.com - Bildnummer: #33422725 33212 Folienprogramm Bkf Ausbildung
De sluiting van de spoedeisende hulp en de klinische verloskunde in Lelystad leiden weliswaar tot langere ritten voor ambulances, maar dit leidt niet tot grotere gezondheidsrisico’s. Dat schrijft minister Bruno Bruins (Medische Zorg) in een brief aan de Tweede Kamer.
In de brief gaat de minister in op zorgen die zijn ontstaan na het faillissement van MC IJsselmeerziekenhuizen. Het ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk heeft delen van de zorg van de ziekenhuisorganisatie overgenomen maar zag geen mogelijkheid om de SEH en acute verloskunde te handhaven. Daarop trok onder meer verloskundigenvereniging KNOV aan de bel omdat bevallende vrouwen nu langer moeten reizen naar een ziekenhuis.
Bruins erkent dat ambulanceritten sinds het wegvallen van de afdelingen in Lelystad langer zijn geworden. Uit een analyse van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) blijkt dat de gemiddelde totale ritduur (van melding op de meldkamer tot aankomst van patiënt in het ziekenhuis) voor een rit vanuit Lelystad is opgelopen van ongeveer 40 minuten in oktober 2018 naar 47 minuten in november 2018 en 51 minuten in december 2018. Voor ritten vanuit Urk geldt dat de gemiddelde totale ritduur is opgelopen van 57 minuten in oktober 2018 naar 66 minuten in november 2018 en 63 minuten in december 2018.
45-minutennorm
Hiermee wordt de zogenoemde 45-minutennorm overschreden. De minister wijst er echter op dat deze norm geen prestatienorm is. De 45-minutennorm gaat over de spreiding en beschikbaarheid van SEH’s . Een afdeling voor spoedeisende hulp of acute verloskunde mag op grond van de 45-minutennorm alleen sluiten als het aantal inwoners dat in spoedgevallen niet binnen 45 minuten op deze afdeling kan zijn, door deze sluiting niet toeneemt.
“Dat een spoedrit in de praktijk langer dan 45 minuten duurt is ook zeer goed mogelijk”, schrijft de minister. “Dit kan vanuit (medisch) behandeloogpunt logisch en soms noodzakelijk zijn en kan gezondheidswinst opleveren voor de patiënt. Het is aan de ambulancezorgverleners om na beoordeling van de patiënt te beslissen wat voor deze patiënt het beste is. Bij sommige aandoeningen zal dit inhouden dat behandeling in het ziekenhuis zo snel mogelijk moet plaatsvinden. Maar, de ambulancezorgverleners kunnen er ook voor kiezen langer bij de patiënt ter plaatse te zijn om uitgebreid(er) onderzoek te doen en de zorg te starten.”
Voor ambulanceritten is er overigens wel een prestatienorm, de 15-minutennorm. Die stelt dat in 95 procent van de spoedritten de ambulance onder normale omstandigheden binnen 15 minuten na de melding ter plaatse moet zijn. De RAV Flevoland, die verantwoordelijk is voor de ambulancezorg in de regio Flevoland, voldoet momenteel aan die norm, aldus de minister. Volgens de inspectie hebben zich ook geen calamiteiten of incidenten met patiëntschade voorgedaan.
Verkenner
De minister benadrukt dat IGJ desondanks de zorgen van onder meer verloskundigen, patiënten en andere betrokkenen begrijpt. “De situatie vraagt in de ogen van IGJ doorlopende samenwerking tussen de zorgaanbieders, aanpassingen in de acute keten om de mogelijke risico’s voor patiënten zo adequaat mogelijk te beheersen en waakzaamheid van alle betrokken partijen”, schrijft Bruins.
Inmiddels heeft de minister Bas Leerink, oud-bestuurder van Medisch Spectrum Twente, aangesteld als verkenner voor een toekomstvisie voor de zorg in Flevoland. Leerink moet in de zomer zijn visie presenteren en is momenteel in gesprek met belanghebbenden in de regio, onder meer over de acute verloskunde.
Specialisten
Tot slot gaat Bruins in zijn brief in op de vragen die zijn gerezen over de doorstart van IJsselmeerziekenhuizen onder het St Jandal. De curatoren wezen daar twee medisch-specialisten de deur, omdat zij patiëntgegevens mee zouden nemen naar hun nieuwe kliniek.
De minister zegt de curatoren om verheldering te hebben gevraagd. “Zij hebben mij laten weten dat de betreffende medisch-specialisten, na eerdere waarschuwingen, de toegang tot het ziekenhuis is ontzegd omdat zij zich niet gehouden zouden hebben aan de regels voor de bescherming van persoonsgegevens. (..). Indien de betreffende medisch-specialisten zich hier niet mee kunnen verenigen, dan staat het hen natuurlijk vrij de gang naar de rechter te maken zodat die zich hierover kan uitspreken. Ik meng mij niet in een zaak tussen curatoren en twee individuele medisch specialisten. Zoals ik in het debat heb aangegeven zijn er geen signalen dat door deze gebeurtenis de veiligheid van de directe patiëntenzorg in gevaar is, de IGJ heeft daar geen meldingen over ontvangen”, aldus de bewindsman.