Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) stelt jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar voor een programma dat behandelingen uit het basispakket gaat onderzoeken op hun effectiviteit. Met het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik wil Bruins ervoor zorgen dat patiënten de juiste zorg krijgen en premiebetalers niet betalen voor “onzinnige zorg”.
Bruins heeft Sjoerd Repping, hoogleraar Zinnige Zorg aan de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA), aangesteld om vanaf deze maand vanuit Zorginstituut Nederland aan de slag te gaan als kwartiermaker van het programma. Samen met medisch specialisten, patiënten, verpleegkundigen, ziekenhuizen, verzekeraars en de overheid gaat hij onderzoeken welke zorg zinnig is en welke niet. Dit moet er volgens Bruins toe leiden dat onnodige zorg uit het systeem wordt gefilterd. “Onnodige zorg is voor niemand goed, niet voor de patiënt en niet voor de premiebetaler”, aldus de minister.
In het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg is afgesproken om medisch specialistische zorg steeds goed te evalueren. Maar niet alleen het evalueren is belangrijk, stelt Bruins, de uitkomsten uit zorgevaluatieonderzoek moeten ook in de praktijk worden gebracht en leiden tot het gepast gebruik van zorg. Dat wil zeggen dat patiënten zorg krijgen aangeboden waarvan bewezen is dat patiënten er ook echt profijt van hebben. Als uit onderzoek blijkt dat een behandeling niet of niet goed werkt, of dat een andere behandeling beter is, dan is het ook zaak dat deze onnodige behandeling niet langer aan patiënten wordt aangeboden, aldus de minister.
Strategie
Repping gaat het komende half jaar gebruiken om samen met zorgpartijen een strategie voor het programma op te zetten. In de vijf jaar daarna gaat hij aan de slag om het programma uit te voeren en ervoor te zorgen dat er via zorgevaluatieonderzoek meer grip komt op de toegevoegde waarde van medisch specialistische zorg. Repping gaat de zorgevaluatie uitvoeren op een manier die niet tijdrovend en administratief belastend is, belooft Bruins. “Bovenal zoekt hij naar uitkomsten die praktisch bruikbaar zijn.”
————————————
Het stoppen met zorg die volgens de wetenschappelijke inzichten niet-effectief is, is niet simpel. Is de-implementatie het tegenovergestelde van implementatie? Of juist hetzelfde? Implementeren is al een hele uitdaging; is ergens mee ophouden nog ingewikkelder?