De druk op de acute zorg blijft de komende jaren toenemen, met name doordat steeds meer ouderen met complexe zorgvragen bij de spoedeisende hulp komen. Zorgorganisaties moeten hun capaciteit aanpassen aan de piekmomenten en zorgpersoneel moet zich inenten tegen de griep om de drukte tijdens de jaarlijkse griepgolf aan te kunnen. Dat stelt de Nederlandse Zorgautoriteit in de Monitor Acute Zorg 2018.
In de Monitor Acute Zorg constateert de NZa dat de acute zorg gemiddeld goed bereikbaar is, maar dat momenten van onverwachte drukte die bereikbaarheid bedreigen. “We zien dat de spoedeisende hulp op maandagen en tussen 10 en 20 uur het drukste is. Dan moet voldoende personeel worden ingeroosterd”, schrijft de zorgautoriteit. “Daarnaast is het belangrijk dat ook zorgverleners zich inenten tegen de griep, om drukte tijdens de jaarlijkse griepgolven beter het hoofd te kunnen bieden.”
Vergrijzing
De doelgroepen die het meest gebruik maken van de acute zorg zijn jonge kinderen van 0-4 jaar en mensen van 65 jaar en ouder. Met de leeftijd nemen de behandeltijd per patiënt, het aantal klinische opnames na seh-bezoek, de verblijfsduur in het ziekenhuis en het beroep op vervolgzorg toe. Uit een toekomstverkenning van de NZa in samenwerking met het RIVM blijkt dat het zorggebruik van mensen van 65 jaar en ouder met een factor twee tot vier toeneemt. Gezien de complexiteit van deze zorg, betekent dit dat de druk op de keten de komende jaren verder zal toenemen.
De drukte in de acute zorg ontstaat vaak als de doorstroom naar opnameafdelingen of de uitstroom naar de vervolgzorg, thuis of in het verzorgingshuis, niet soepel verloopt. Om deze effecten van de vergrijzing het hoofd te bieden moeten de partijen in deze zorgketen nauwer samenwerken, stelt de NZa. Het gaat dan om zowel de zorgaanbieders, brancheorganisaties als zorgverzekeraars.
“Dat betekent dat er een gezamenlijk en gedeeld inzicht moet zijn, een onderling gecoördineerde aanpak om de toegankelijkheid te borgen en onderlinge kennisdeling van oplossingen die werken”, schrijft de zorgautoriteit. “We zien ook al veel goede voorbeelden, die navolging verdienen. Zorgaanbieders in de acute zorg moeten regionaal in gesprek blijven met elkaar en met de zorgverzekeraars, om knelpunten op te lossen en cijfers/trends te duiden.”
Coördinatie
De ketenpartners moeten vooral blijven werken aan een sterkere onderlinge coördinatie om ook tijdens momenten van ongebruikelijke piekdrukte naar behoren te blijven functioneren. “Maak tijdig plannen en gebruik oefeningen en simulaties om als keten voorbereid te zijn op het doorstaan van de minder alledaagse pieken, zoals die die wordt veroorzaakt door griepepidemieën. Zorg dat de beschikbare capaciteit van eerstelijnsverblijf structureel voldoende is én voldoende is om de minder alledaagse – maar wel deels voorspelbare- piekmomenten zoals een griepgolf op te kunnen vangen”, stelt de NZa.
De eerste stappen zijn gezet om de coördinatie van vervolgzorg, met name het eerstelijnsverblijf, te verbeteren, constateert zorgautoriteit tot slot. “Deze coördinatiefunctie moet de komende tijd breder op vervolgzorg worden toegepast. Naarmate de coördinatie effectiever wordt zal ook per regio inzichtelijk worden of behalve het coördinatieprobleem ook sprake van een capaciteitstekort is”, aldus de zorgautoriteit.