calendar background
Bezuinigingen op de ondersteunende diensten hollen de kwaliteit van de financiële verslaglegging uit en vormen daarmee één van de redenen dat zorgaanbieders massaal te laat zijn met het afronden en tijdig deponeren van de jaarrekeningen. Dit komt naar voren uit een inventarisatie van de beroepsvereniging van zorgfinancials Fizi. Investeringen in kwaliteit en verdere automatisering zijn wat Fizi betreft noodzakelijk.
Voor de ‘deelwaarneming’ bekeek Fizi zeventig organisaties uit de volle breedte van de zorg. Voornaamste conclusie: zorgaanbieders hebben structureel moeite om de jaarrekening tijdig af te ronden en voor de wettelijke deadline van 1 juni bij VWS te deponeren. Gemiddeld miste over de jaren 2015, 2016 en 2017 een derde van de aanbieders de deadline. In 2015 struikelde 38 procent van de door Fizi bekeken aanbieders over de deadline, tegen 30 procent in 2016 en 34 procent in 2017.
Verschillen
Tussen de sectoren zijn er opvallende verschillen te zien. De twintig aanbieders van gehandicaptenzorg die Fizi bekeek waren in 2015 en 2016 keurig op tijd, terwijl 40 procent van de onderzochte VVT-aanbieders dit in dezelfde periode niet lukte. Van de jeugdzorgaanbieders, die sinds 2015 met een deponeerplicht te maken hebben, haalde 50 tot 60 procent de deadline niet. Ziekenhuizen doen het over het algemeen beter, maar ook in deze sector in 201 wist 30 procent van de door Fizi onderzochte ziekenhuizen de jaarrekening niet op tijd in te leveren.
Uit de Fizi-inventarisatie valt daarnaast af te leiden dat zorgaanbieders steeds dichter tegen de inleverdeadline aankruipen. Zo’n 50 tot 60 procent levert het jaarverslag op of vlak voor 1 juni in.
Strengere eisen
Volgens Fizi zijn er verschillende redenen aan te wijzen voor de moeizame gang van zaken rond het afronden van de jaarrekening. Om te beginnen hebben zorgaanbieders te maken met transities rond de Jeugdwet en Wmo. Om die reden kreeg de ggz in 2015 zelfs collectief uitstel voor de jaarrekening. Daarnaast zijn op grond van internationale en Europese wetgeving de eisen die aan een goedkeurende verklaring gesteld worden strenger geworden.
Een andere kwestie zijn de capaciteitsproblemen bij accountants. Die worden verergerd door de nieuwe eisen die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelt aan de teamopbouw binnen accountantsorganisaties.
Controversieel
Fizi merkt verder op dat de kwaliteit van de dossieropbouw bij zorgorganisaties achterblijft bij de eisen van de accountants. Onvoldoende kennis en capaciteit zijn hier de achterliggende oorzaak. Zorgorganisaties hebben de afgelopen jaren vaak bezuinigd op ondersteunende diensten. Investeren in kwaliteit en automatisering is wat Fizi betreft dan ook noodzakelijk. “Deze investering lijkt controversieel (geld vloeit weg uit de zorg), maar de ervaring leert dat het herstel van administratieve hiaten (mogelijk nog meer) geld kost”, aldus Fizi. “Negeren, weglopen of vechten tegen ontwikkelingen helpt niet om te voldoen aan wetgeving.”
Boetes
Formeel gezien begaan zorgaanbieders met het te laat inleveren van de jaarrekening een economisch delict. Het CIBG, dat namens VWS de jaarrekening verzamelt, en de IGJ, die toeziet op handhaving van de inleverdeadine, hebben zich door de jaren heen coulant opgesteld. In de regel krijgen instellingen eerst een waarschuwing . Als ze in gebreke blijven, dan geldt een dwangsom van duizend euro per week, oplopend tot maximaal tienduizend euro. Gemiddeld lopen circa tien tot twintig instellingen daadwerkelijk tegen een boete aan.