De Nederlandse Zorgautoriteit versoepelt met ingang van volgend jaar de regelgeving voor de declaratie van zorg in het eerstelijnsverblijf (elv). Zo worden maatwerk en vernieuwing beter mogelijk.
Het korte medisch noodzakelijk eerstelijnsverblijf, voor mensen die niet in aanmerking komen voor medisch-specialistische zorg, valt sinds 2017 onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Omdat zulke veranderingen ook vaak veranderingen in de organisatie en zorg met zich meebrengen, vindt de NZa het belangrijk dat de aanbieders ruimte krijgen om daar op in te springen, zo schrijft de autoriteit in een bericht aan aanbieders en verzekeraars.
Nieuwe prestatiecategorie
Behalve voor ‘laag complexe zorg’, ‘hoog complexe zorg’ en ‘palliatief terminale zorg’, kunnen zorgaanbieders voor eerstelijnsverblijf daarom in 2019 ook declaratieafspraken met verzekeraars maken in de nieuwe prestatiecategorie ‘resultaatbeloning en zorgvernieuwing’. Bijvoorbeeld voor triage, behandeling van specifieke patiëntendoelgroepen, extra inzet van behandeling en beloning van resultaten.
Experimenteel
De experimentele prestatiecategorie kan volgens de NZa behalve voor maatwerk en vernieuwing ook oplossingen bieden voor gezamenlijke bekostiging met de geriatrische revalidatiezorg (grz) en de aanvullende geneeskundige zorg (agz). Zorgaanbieders en zorgverzekeraars krijgen veel vrijheid om hun experiment vorm te geven zoals zij willen, zolang zij wel eerst een schriftelijke overeenkomst sluiten. De NZa gaat de prestatie ‘resultaatbeloning en zorgvernieuwing’ evalueren.