Circa 230 duizend patiënten kregen in 2017 medicijnen voorgeschreven door neurologen. In totaal ging het een miljoen voorschriften, oftewel 4 procent van het totaal. In een vijfde van de gevallen betrof het anti-epileptica.
Eén en ander blijkt uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Neurologen behandelen onder meer mensen met epilepsie, migraine en de ziekte van Parkinson. Het vaakst schrijven ze anti-epileptica voor. Die middelen maken 20 procent van hun recepten uit. Daarna volgen met een aandeel van 13 procent de dopaminergica. Dat zijn middelen die bij de ziekte van Parkinson het tekort aan dopamine in de hersenen tegengaan.
Bredere toepassing
Naast typische neurologiemiddelen schrijven neurologen ook medicijnen met bredere toepassingen voor, zoals antistollingsmiddelen en antidepressiva. Binnen deze groepen kiezen neurologen overigens wel voor specifieke subgroepen. In het geval van antidepressiva schrijven neurologen tien keer zo vaak klassieke antidepressiva voor als SSRI’s, terwijl deze laatste middelen het meest worden voorgeschreven. Neurologen kiezen voor de klassieke antidepressiva, zoals amitriptyline, vanwege hun toepassing bij neuropathische pijnen of bij profylaxe van chronische spanningshoofdpijn en migraine.
Herhaalrecepten
Bij de meeste neurologiemiddelen gaat het om herhalingsrecepten die door de huisarts worden voorgeschreven. Zo wordt 80 procent van de anti-epileptica voorgeschreven door huisartsen. In totaal verstrekten Nederlandse apotheken in 2017 aan 390.000 mensen een anti-epilepticum.