Triple Aim-initiatieven komen in Nederland maar moeizaam van de grond. Het ontbreken van effectieve financieringsprikkels, IT-problemen, onderling wantrouwen en risicomijdend gedrag belemmeren de ontwikkeling naar een toekomstbestendig gezondheidssysteem, waar gezondheidswinst, kwaliteit en kosteneffectiviteit hand in hand gaan.
Eén en ander komt naar voren uit de Landelijke Monitor Proeftuinen (LMP) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het rapport vormt het sluitstuk van het initiatief dat minister Schippers vijf jaar geleden in gang zette door negen regionale proeftuinen aan te wijzen. Doel van deze ‘proeftuinen populatiemanagement’ was ‘betere zorg met minder kosten’.
Beperkt
Blijkens de RIVM-rapportage is van deze doelstelling nog niet veel terecht gekomen. “Voor alle proeftuinen bleek de opgave moeilijker dan ze vooraf verwacht hadden”, constateert het RIVM. Weliswaar zijn er eerste positieve resultaten zichtbaar op interventieniveau, maar mede door de beperkte schaalgrootte nog niet op niveau van de regionale populatie, terwijl dit nu juist de crux is van populatiemanagement. “Grotere veranderingen in het zorgsysteem, zowel qua verschuiving van budgetten, bekostiging als data- en kennisinfrastructuur, hebben in beperkte mate plaatsgevonden”, aldus het RIVM.
Complex
Voor de trage ontwikkeling voert het RIVM verschillende redenen aan. Zo dragen de huidige vormen van bekostiging, zoals bekostiging per zorgactiviteit, niet bij aan het behalen van Triple Aim. Alternatieve bekostigingsvormen zouden aanbieders kunnen stimuleren om zich meer te richten op de gezondheid van een populatie in plaats van op de verkoop van een zorgproduct. Maar alternatieve bekostigingsvormen, zoals shared savings, uitkomstenbekostiging of populatiebekostiging, hebben nauwelijks ingang gevonden gedurende de proeftuinperiode. Hoewel bestuurders zulke bekostigingshervormingen noodzakelijk vinden, blijkt invoering complex. Voornaamste hinderpaal is volgens het RIVM niet eens zozeer de huidige financieringskaders, maar informatie-asymmetrie en het gebrek aan vertrouwen tussen zorgverzekeraar en aanbieders.
Risico’s
Bovendien zien bestuurders vaak onvoldoende voordelen in de omslag van een zorgsysteem naar een gezondheidssysteem. Daar staan reële risico’s tegenover. Zo weten bestuurders niet of de benodigde extra middelen voor aanpassingen van de organisatie beschikbaar zijn. Risicomijding is zodoende vaak sterker dan het urgentiegevoel, waardoor maatregelen richting een gezondheidssysteem worden vertraagd of tegengehouden. De burgers, die wel baat bij deze beweging, zijn volgens het RIVM nog niet bij machte om veranderingen in gang te zetten.
Digitale drempel
Het RIVM constateert dat alle proeftuinen de afgelopen vijf jaar tegen de grenzen van de huidige informatie- en kennisinfrastructuur zijn opgelopen. Technisch is het lang niet altijd mogelijk om relevante informatie uit de digitale systemen te krijgen. Het blijkt volgens het RIVM vooral lastig om de (zorg)kosten in kaart te brengen. Daarnaast zijn juridische vraagstukken rond gegevensdeling voor regio’s individueel lastig op te lossen.
Inspiratiebron
Ondanks de magere resultaten is Bas van den Dungen, Directeur-Generaal Curatieve Zorg, positief over de proeftuinen. “De zorg verbeter je stap voor stap, en zoals de proeftuinen laten zien kom je ook verder met kleine stappen. De lessen die de proeftuinen ons geven zijn een inspiratiebron. Zo is het de proeftuinen gelukt een gemeenschappelijke visie voor de regio op te stellen waardoor de verschillende partijen elkaar ook beter weten te vinden.”