De Staat moet drie cardiologen van het vroegere Ruwaard van Puttenziekenhuis in Spijkenisse een schadevergoeding betalen. Deze bedraagt echter een fractie van het bedrag dat de betrokken artsen hadden geëist. Dat heeft de rechtbank Den Haag bepaald in de civiele zaken van de drie tegen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het ministerie van VWS.
Vanwege problemen met de veiligheid op de afdeling kregen de cardiologen in november 2012 een bevel opgelegd op grond waarvan ze geen zorg meer mochten verlenen in het ziekenhuis. De tekortkomingen in de zorgverlening hadden onder meer betrekking op onduidelijkheid over het hoofdbehandelaarschap, ondermaatse dossiervoering, ondermaatse supervisie op arts-assistenten en het niet of onvoldoende houden van complicatiebesprekingen.
Volgens de rechtbank was het bevel als zodanig niet onrechtmatig, maar had de minister het niet zomaar mogen handhaven nadat de polikliniek cardiologie medio december werd heropend onder toezicht van externe cardiologen. Vanaf dat moment werd verantwoorde cardiologische zorg geleverd en had de verlenging moeten worden beëindigd, aldus de rechtbank.
Negatieve publiciteit
Een gerelateerde kwestie is de toenmalige uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege. Dat oordeelde “zonder voorbehoud” en “in het bijzijn van de media” dat het optreden van de artsen had bijgedragen aan “het ontstaan van ernstige en onherstelbare schade aan patiënten”. Voor dit oordeel was volgens de rechtbank geen degelijke onderbouwing van de IGZ. Hoogstens was bewezen dat de artsen “onverantwoorde risico’s” hadden genomen. De “bijzonder negatieve extra publiciteit” komt volgens de rechtbank dan ook deels voort uit “onrechtmatig handelen”.
De IGZ heeft volgens de rechtbank ook onrechtmatig gehandeld door in maart 2013 geen medewerking te verlenen aan hervatting van de werkzaamheden door de cardiologen in het kader van een beroepsstage. Deze stage zou plaatsvinden onder toezicht van beroepsgenoten en de Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie (NVVC).
Miljoenen
Op grond van dit alles veroordeelt de rechtbank de Staat veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de cardiologen. De toegewezen vergoeding is minder dan 10 procent van de gevorderde schade. Waar ze miljoenen eisten krijgen de artsen respectievelijk een dikke 133.000, ruim 122.000 en 88.000 euro.
De hoogte van het bedrag is mede vastgesteld op basis van een schatting van de gederfde inkomsten. Deze hangen weer samen met de kans op werkhervatting door de cardiologen. Volgens de rechtbank was de kans hierop niet groot. Ook zonder onrechtmatig handelen van de Staat hadden de artsen nauwelijks kans gehad om weer aan het werk te kunnen.