Philips wil met zijn onderdeel voor medische scanners volop inzetten op kunstmatige intelligentie (AI). Het zorgtechnologiebedrijf investeert daarom veel in onderzoek. Maar in de strijd om talentvolle software- en dataspecialisten krijgt het Nederlandse bedrijf concurrentie uit alle hoeken, waarschuwt topman Frans van Houten.
“Er is een enorm tekort aan talent in Nederland, vooral op het gebied van datawetenschap. Meer en meer bedrijven hebben datawetenschappers nodig”, schetst Van Houten de situatie. “Onze concurrentie in de strijd om talent is daardoor veel breder dan de traditionele rivalen als een Siemens of GE Health, maar ook van bedrijven als Google.”
“We zullen heel alert moeten zijn dat in het onderwijs genoeg datawetenschappers worden opgeleid, maar ook dat we talent uit andere landen kunnen blijven aantrekken”, vervolgt Van Houten. Volgens hem slaagt Philips er aardig in om datawetenschappers aan zich te binden. Zo werkt 60 procent van het Philips-onderzoekspersoneel met data en software, waarvan zo’n zeshonderd man specifiek bezig zijn met data-analyse en AI. “Dat is nog niet zoveel als bij Google, maar toch respectabel.”
Radiologie
Ondertussen heeft Philips al enkele radiologische systemen geïntroduceerd waar kunstmatige intelligentie een handje helpt. Zo zorgt het AI-programma Compressed SENSE ervoor dat het maken van een MR-scan, doorgaans een tijdrovende klus, tot de helft kan worden ingekort. Een andere toepassing van kunstmatige intelligentie, Vital Eye, zorgt ervoor dat scans scherp blijven, ook als de patiënt beweegt.
Om op dit gebied verder te kunnen groeien, heeft Philips toegang nodig tot veel medische gegevens. Zo werkt het bedrijf nu al met 23 petabyte, oftewel 23 miljoen gigabytes, aan beeldmateriaal uit scans. Daarnaast volgt het bedrijf 273 miljoen patiënten om te kijken waar verbeterpunten in de zorg liggen.
Toegang tot data
“We hoeven geen eigenaar te zijn van data, als we er maar toegang tot hebben”, zegt Van Houten. “In Europa wordt enorm nerveus gedaan met data, en daardoor is het hier ook lastiger om verder te ontwikkelen op dit gebied.” De Philips-topman merkt dat de belangrijkste centra voor kunstmatige intelligentie zich verplaatsen naar landen waar gegevens minder streng worden afgeschermd, zoals in China en de Verenigde Staten. “We hebben natuurlijk ook onderzoekers op verschillende locaties in de wereld, en in die landen gaat het onderzoek makkelijker.” (ANP)