In de maanden voor het faillissement van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen raakten de betrokken partijen buiten de ziekenhuizen langzaam doordrongen van de ernst van de problemen bij de ziekenhuizen. In juli trokken de ziekenhuizen aan de bel bij de zorgverzekeraars, aandeelhouders, ING en PwC en vroegen de bank om de openstaande vorderingen nog niet op te eisen. Rond diezelfde tijd werd minister Bruno Bruins voor Medische Zorg voor het eerst geïnformeerd over de situatie van de ziekenhuizen.
Dit blijkt uit brieven van Bruins aan de Tweede Kamer.
In juli vroegen de ziekenhuizen huisbankier ING om de openstaande vorderingen nog niet op te eisen. De bestuurders van de ziekenhuizen lieten het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) weten drie scenario’s te zien. Ten eerste: omzetgroei doordat zorgverzekeraars hogere prijzen gaan betalen; het waarborgfonds oordeelde dat dit “niet erg waarschijnlijk” was. Ten tweede overname door een andere partij. Ten derde een al dan niet gecontroleerd faillissement.
In de aanloop naar het uiteindelijke faillissement heeft het WFZ de minister meerdere keren geïnformeerd over de financiële problematiek bij de ziekenhuizen. Het eerste gesprek vond plaats in juli, naar aanleiding van berichtgeving in het Financieele Dagblad. In dit eerste gesprek noemde het WFZ de situatie bij de ziekenhuizen zorgelijk, maar niet kritiek.
Wanneer het waarborgfonds de minister liet weten dat de situatie kritiek was geworden, kan een woordvoerder van het WFZ niet zeggen. De interne nota naar aanleiding van de gesprekken tussen het WFZ en Bruins werd opgesteld door het ministerie op 30 augustus. Het ligt dan ook voor de hand dat de minister op z’n minst op 30 augustus wist dat de situatie kritiek was bij de ziekenhuizen. Tijdens een recent debat in de Tweede Kamer zei Bruins nog dat hij pas in oktober wist dat het mis ging bij de ziekenhuizen.
Bezorgdheid
De bezorgdheid van het waarborgfonds nam overigens toe na een gesprek met onder andere de bestuursvoorzitter. De ziekenhuizen bleken te kampen met een negatief eigen vermogen en liquiditeitstekorten. Met de banken en zorgverzekeraars werd volgens het WFZ een ‘stand still’ afgesproken tot november: tot die tijd zouden er geen (terug)betalingen vanuit de ziekenhuizen plaatsvinden.
Intussen organiseerden het bestuur van de MC IJsselmeerziekenhuizen en het MC Slotervaart twee bijeenkomsten, schrijft Bruins in een tweede brief aan de Tweede Kamer. Bij deze bijeenkomsten waren geen ambtenaren van het ministerie van VWS aanwezig. Bruins baseert zich in zijn brief op informatie van zorgverzekeraar Zilveren Kruis.
De eerste bijeenkomst vond plaats op 17 juli en hierbij waren aanwezig de besturen van beide ziekenhuizen, zorgverzekeraars, aandeelhouders, huisbankier ING en PwC aanwezig. Tijdens de bijeenkomst hebben de aanwezigen gesproken over de actuele situatie rondom beide ziekenhuizen. Verder is toen de vraag gekomen om de openstaande vorderingen nog niet op te eisen, zodat er een herstelplan gemaakt kon worden.
De tweede bijeenkomst vond plaats op 17 oktober, met dezelfde aanwezigen als bij de eerste bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst zijn zorgverzekeraars bijgepraat over de stand van zaken en kwam het verzoek van de ziekenhuizen tot “aanvullende maatregelen”. Aan het eind van de bijeenkomst zei het MC Slotervaart “dat het uitblijven van de benodigde investering door zorgverzekeraars mogelijk consequenties zou hebben voor de continuïteit van het ziekenhuis”.
Doorstart
Wat er gaat gebeuren met de omgevallen ziekenhuizen, moet op korte termijn duidelijk worden. Het is de bedoeling dat op 7 november bekend wordt welke partij een doorstart gaat maken met MC IJsselmeerziekenhuizen. Onbekend is wanneer er meer bekend wordt over de toekomst van MC Slotervaart.