De resultaten die behaald worden in het Prostaatkankercentrum van de Reinier Haga Groep zijn na enkele maanden zeer bemoedigend: met behulp van een nieuwe operatietechniek kan 80 procent van de patiënten na verwijdering van de prostaat weer een erectie krijgen. Als er een andere methode wordt gebruikt, lukt dit niet meer dan 20 procent van de patiënten. Dit blijkt uit een verhaal van Qruxx.
Het Reinier Haga Prostaatkankercentrum is in april van start gegaan. De medisch specialisten hanteren voor het verwijderen van de prostaat de Neurosafe-methode, waarmee de zenuwen aan beide kanten van de prostaat gespaard worden. Niet alleen kan een meerderheid van de patiënten na de ingreep weer een erectie krijgen, ook is dankzij de nieuwe methode het aantal incontinentieklachten met 10 tot 15 procent afgenomen. Bovendien bleek in nog geen 12 procent van de operaties achteraf nog kankerweefsel achter, landelijk is dat percentage 28 procent.
Projectleider Jan van Bodegom zegt tegen Qruxx dat de resultaten niet alleen te danken zijn aan de operatietechniek. “Minstens zo belangrijk is de precisiediagnose die we toepassen. Daarmee kunnen we prostaatkanker zeer gericht vaststellen en kunnen we uitzaaiingen in een heel vroeg stadium opsporen met behulp van MRI en een PET-CT-scan. Op basis daarvan kunnen we veel nauwkeuriger dan voorheen de juiste therapie kiezen, wat bijvoorbeeld betekend heeft dat we minder snel kiezen voor opereren.”
Robotchirurgie
In het Prostaatkankercentrum is de manier van werken van de betrokken urologen veranderd. Waar binnen de drie ziekenhuizen van de Reinier Haga Groep twaalf urologen actief waren met prostaatkankerzorg, is dit in het Prostaatkankercentrum nog de helft. Van deze zes specialisten voeren er nog maar twee de operaties uit. Zij zijn beide in robotchirurgie en in de nieuwe Neurosafe-methode. Bovendien wordt er niet meer geopereerd op alle locaties, maar alleen nog in Delft.
Volgens Van Bodegom wordt er veel gesproken over multidisciplinair overleg, maar moet er jusit multidisciplinair gewerkt worden. “De hele dag. Zodat er de hele dag door informeel overleg is, afgewisseld met formele momenten als het multidisciplinair overleg, dat bij ons dagelijks plaatsvindt. Daar wordt iedereen namelijk beter van. Individueel, maar vooral ook als team.”