De investeringen in ziekenhuizen zaten in 2017 op het laagste niveau in acht jaar. Dit terwijl investeringen hard nodig zijn om de kwaliteit van zorg te behouden en voor vernieuwingen zoals zorg op de juiste plek. De afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord komen hierdoor onder druk te staan, waarschuwt de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) in het rapport Ziekenhuiszorg in cijfers.
Het rapport Ziekenhuiszorg in cijfers geeft een overzicht van de geleverde zorg, de uitgaven en inkomsten en de personele bezetting in de ziekenhuizen in Nederland. De totale omzet van de algemene ziekenhuizen bedroeg in 2017 17,7 miljard euro. Dat is een toename van 1,0 procent. Doordat de lonen en materiaalkosten harder stegen, was er in toch sprake van een afname van de omzet. De ziekenhuizen hebben zich hiermee wel gehouden aan de financiële afspraken van het oude Hoofdlijnenakkoord, aldus de NVZ.
Investeringen in materiële vaste activa, onder andere nieuwbouw en apparatuur, daalden in 2017 verder en kwamen met 1,1 miljard euro op het laagste niveau in de afgelopen acht jaar. Het verschil met 2016 was 350 miljoen euro. Ten opzichte van 2010 zijn de investeringen bijna gehalveerd.
“Dit is echt een zorg”, zegt NVZ-voorzitter Yvonne van Rooy. “We hebben in het nieuwe hoofdlijnenakkoord afgesproken om de groei na vier jaar op 0 procent te zetten. We kunnen dit alleen bereiken als de ziekenhuizen in staat worden gesteld ook daadwerkelijk te investeren in het aanbieden van de juiste zorg op de juiste plaats. Daarvoor zijn investeringen nodig in de digitalisering van zorg. Dus investeren in ICT, e-health en procesinnovaties.”
Het resultaat (als percentage van de omzet) bleef in 2017 met 1,2 procent gelijk aan het niveau van 2016 en was beduidend lager dan in de periode 2010-2014 (1,8-1,9 procent). De rentabiliteit bleef in 2017 met 3,4 procent gelijk aan het niveau in 2016. De solvabiliteit nam in 2017 toe naar 25,7 procent. Solvabiliteit is nodig om financiële tegenvallers op te kunnen vangen en om toekomstige investeringen te kunnen financieren.
Personeelstekorten leiden tot wachtlijsten
Ondanks dat het financieel resultaat laag was, gaven ziekenhuizen wel meer uit om hun medewerkers te kunnen behouden. En dat was ook wel nodig. Het aantal patiënten nam in 2017 toe met 0,3 procent naar 8,28 miljoen. Dat is lager dan de bevolkingsgroei en vergrijzing zouden doen verwachten, maar het aandeel oudere patiënten nam in de afgelopen twee jaar toe, waardoor de geleverde zorg complexer werd.
Doordat de ziekenhuizen tegelijkertijd kampten met personeelstekorten steeg de werkdruk voor het personeel aanzienlijk. Het aantal openstaande vacatures nam het afgelopen jaar verder toe tot ruim achtduizend en is in de afgelopen vier jaar meer dan verdubbeld, zo blijkt uit de rapportage.
Net als in 2016 waren de vacatures en personeelstekorten onder verpleegkundig en assisterend personeel moeilijk te vervullen. Het ziekteverzuim onder personeel steeg ook in 2017 verder: van 4,55 procent in 2016 naar 4,77 procent in 2017.
Door de personeelstekorten namen ook de wachtlijsten in de ziekenhuizen toe. 61 procent van de patiënten kon in 2017 binnen vier weken terecht op de polikliniek, in 2016 was dit nog 69 procent.
Dure geneesmiddelen
De medisch-specialistische zorg nam in 2017 28 procent van de zorguitgaven voor zijn rekening. De uitgaven aan medisch-specialistische zorg tegen met 2,3 procent (inclusief prijsstijgingen). Dat was minder snel dan de groei van het bruto binnenlands product (bbp). De groei was ook lager dan de groei van de uitgaven aan verpleging en verzorging (3,6 procent) en vergelijkbaar met de groei van uitgaven aan gehandicaptenzorg (2,3 procent) en extramurale zorg (2,2 procent).
De groei in de kosten van dure geneesmiddelen zette onverminderd door: in 2017 werd circa 2 miljard euro (7,4 procent van de totale uitgaven aan medisch-specialistische zorg) uitgegeven aan dure geneesmiddelen. Ten opzichte van 2016 is dit een stijging van circa 150 miljoen euro (+7,7 procent). “Een stijging van de uitgaven aan dure geneesmiddelen hoger dan de groeiruimte zoals afgesproken in het hoofdlijnenakkoord zet druk op andere uitgaven aan ziekenhuiszorg”, concludeert de NVZ.
Hoofdlijnenakkoord
De leden van de NVZ hebben zich in mei van dit jaar achter het onderhandelaarsakkoord medisch-specialistische zorg voor 2019-2022 geschaard. Als onderdeel van het akkoord mag het ziekenhuisbudget in 2019 met maximaal 0,8 procent groeien. Deze groei neemt jaarlijks af tot uiteindelijk 0 procent in 2022. Ook zijn afspraken gemaakt over een beweging naar zorg op de juiste plek tegen een aanvaardbare prijs, het terugdringen van regeldruk en de aanpak van uitdagingen op de arbeidsmarkt.
Hoewel de verwachte zorgvraag in de komende vier jaar met 10 procent zal toenemen, wordt in het akkoord de groei van de uitgaven beperkt tot 1,7 procent. Ziekenhuizen moeten in samenspraak met zorgverzekeraars en andere zorgpartijen in de regio keuzes maken. Door de investeringsagenda van 425 miljoen euro biedt het akkoord mogelijkheden om te investeren in een andere inrichting van de curatieve zorg. Daarnaast kunnen de broodnodige investeringen in ICT en e-health beter worden gefaciliteerd. Ook zijn er afspraken gemaakt over het verminderen van de registratielast.