Om het werken in de zorgsector aantrekkelijk te houden moet er meer personeel bij en moet de administratielast omlaag. Daarnaast zou ook meer gelijkwaardigheid en waardering op de werkvloer bijdragen aan een aanlokkelijker vak. Dat blijkt uit een onderzoek van het Nivel onder 1573 verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners uit het Panel Verpleging & Verzorging.
Uit de enquête komt een beeld naar voren van een beroepsgroep die steeds meer druk ervaart. 53 procent van de ondervraagde zorgverleners ervaart het werk als druk, en 18 procent ervaart het werk als te druk. Dit laatste is ongeveer een verdubbeling ten opzichte van 2011.
Meer dan de helft vindt dat er de afgelopen jaren ook te weinig is gedaan om de werkdruk te verlichten. Een op de drie heeft er afgelopen jaar over nagedacht om een beroep buiten de zorgsector te gaan uitoefenen, en 16 procent is dit daadwerkelijk van plan.
Verzorgenden in de intramurale ouderenzorg zijn het minst tevreden over de werkdruk. Zij geven het vaakst aan beter te zullen functioneren als het minder druk zou zijn.
Administratie
Zorgverleners zijn het minst tevreden over de hoeveelheid tijd die zij moeten besteden aan administratief werk: slechts 24 procent vindt dat die hoeveelheid redelijk is en niet ten koste gaat van de zorg aan cliënten. Dat de zorg voor cliënten hieronder mogelijk lijdt, is te zien in de dalende tevredenheid van zorgverleners over de kwaliteit van zorg.
Driekwart van de zorgverleners geeft aan dat een verlaging van de werkdruk het werk een stuk aantrekkelijker zou maken. Een grote groep zorgverleners wil meer personeel in de directe zorgverlening. Minder administratieve taken en regels in de zorg zouden de zorgberoepen ook aanlokkelijker maken.
Waardering en ondersteuning
Behalve de werkdruk spelen ook de onderlinge verhoudingen op de werkvloer een rol in hoe de zorgverleners hun werk ervaren. Vanaf 2011 blijft het percentage zorgverleners dat meer gelijkwaardigheid wenst tussen top en uitvoerenden onverminderd hoog: ongeveer 75 procent.
Daarnaast wordt waardering voor het werk nog wel eens gemist. De helft van de zorgverleners (52 procent) vindt dat de top van hun organisatie niet of nauwelijks op de hoogte is van hun problemen. Zorgverleners ervaren vaak wel waardering vanuit hun direct?leidinggevende(n) en artsen waarmee men samenwerkt: respectievelijk 80 procent en 72 procent. Maar de meeste waardering ervaren zorgverleners vanuit cliënten: 96 procent geeft dit aan.
Meer ondersteuning vanuit de leiding zou het werk aantrekkelijker maken, stelt 44 procent van de zorgverleners. Vergeleken met afgelopen jaren neemt de tevredenheid met de manier van leidinggeven gestaag af. Minder dan in voorgaande jaren geven zorgverleners aan dat meer zelfsturing het werk aantrekkelijker zal maken, terwijl ze wel meer zelfstandigheid wensen. Dit wijst erop dat zelfsturing en zelfstandigheid niet hand in hand gaan. Voor een grotere ervaren zelfstandigheid zal breder gekeken moeten worden naar oplossingsrichtingen dan louter werken met zelfsturende teams.
Volhouden
Een ander punt dat van invloed is op het imago van werken in de zorg betreft de toekomstvooruitzichten. Hoewel 45 procent(zeer) tevreden is over de loopbaanmogelijkheden, is ook 15 procent (zeer) ontevreden en oordeelt 40 procent neutraal. Ook over loopbaanbegeleiding is 17 procent (zeer) ontevreden. De cijfers laten zien dat er nog winst te behalen is op dit vlak, aldus de onderzoekers.
Het percentage zorgverleners dat verwacht het huidige werk niet tot hun pensioen te kunnen volhouden, is gestegen van 40 procent in 2013 tot 52 procent in 2017. “De toename heeft waarschijnlijk te maken met het ophogen van de pensioengerechtigde leeftijd”, zegt Nivel-onderzoeker Anke de Veer. “Daarnaast zien we dat zorgverleners de laatste jaren steeds meer werkdruk ervaren. Om in de toekomst voldoende personeel te hebben moeten werkdrukmaatregelen topprioriteit krijgen.”