Minister Bruins van Medische Zorg trekt 4 miljoen euro uit voor de ontwikkeling van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). Per leverancier is maximaal 160.000 euro beschikbaar.
Het achterliggende doel van de invoering van PGO’s is grotere regie van de patiënt over eigen gezondheid en zorg. PGO’s moeten de zorggebruiker in staat stellen om al zijn relevante gezondheidsgegevens, die verspreid staan opgeslagen bij zorgaanbieders, overzichtelijk en veilig te beheren, aan te vullen met eigen metingen en te delen met wie de zorggebruiker dat wil.
Om die informatie-uitwisseling mogelijk te maken zijn uniforme informatiestandaarden en een dito afsprakenstelsel nodig. Dit is waar het MedMij-initiatief in voorziet. De subsidie moet PGO-leveranciers, waarvan er inmiddels zo’n veertig zijn, helpen te voldoen aan de eisen van het MedMij afsprakenstelsel en het inbouwen van de vier MedMij-informatiestandaarden.
MedMij laat in een reactie weten blij te zijn met de subsidieregeling impulsfinanciering PGO-leveranciers 2018-2021, zoals de regeling officieel heet. MedMij komt nog met uitgebreide informatie over deelname aan het programma, maar nu al is duidelijk dat PGO-leveranciers kandidaat-deelnemer van MedMij moeten worden om voor subsidie in aanmerking te komen.
Praktijkproef
Naast een financiële prikkel heeft het MedMij-programma ook een praktische impuls gekregen met de recente bekendmaking dat EPD-marktleider ChipSoft en de Reinier Haga Groep meedoen aan een landelijke praktijkproef met het gebruik van digitale MedMij-standaarden. Met de proef wordt onderzocht hoe persoonlijke, medische gegevens die nu nog in ziekenhuissystemen geregistreerd staan, veilig en betrouwbaar volgens de MedMij-spelregels bij de patiënt in zijn persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) komen.
Hoewel vrijwel alle betrokken partijen positief zijn over het gebruik van gemeenschappelijk standaarden zoals MedMij, staat het gebruik ervan nog in de kinderschoenen. Een proof of concept is derhalve een belangrijke stap op weg naar bredere acceptatie en invoering. De deelname van ChipSoft is daarbij belangrijk, aangezien 65 procent van de Nederlandse ziekenhuizen een ChipSoft-EPD gebruikt. Vanuit de hoek van de PGO-leveranciers zijn Quli en het eerder deze week failliet verklaarde Patiënt1 bij de praktijkproef betrokken.
Deuren openen
“Voor patiënten is het heel belangrijk dat gegevens van alle zorgverleners worden ontsloten in hun PGO”, reageert Dianda Veldman, directeur-bestuurder van Patiëntenfederatie Nederland en voorzitter van de stuurgroep MedMij. “Daarom is het goed nieuws dat een grote speler als ChipSoft de ontwikkelingen van MedMij omarmt. Dit opent de deuren naar de medische gegevens in de meeste Nederlandse ziekenhuizen.”
Eigen platform
Als leverancier van softwareoplossingen en zorginformatiesystemen heeft ChipSoft een eigen digitaal uitwisselingsplatform ontwikkeld. Zorgplatform ondersteunt bij het verwijzen van patiënten, de overdracht van patiënten, de gezamenlijke behandeling (shared care), het meekijken en consulteren van en naar elkaars patiënten en bij zorg op afstand. Deelnemende zorgaanbieders hoeven geen samenwerkingsverband te hebben om informatie te kunnen uitwisselen. Ook maakt het niet uit welk (ZIS/)EPD, HIS of platform voor thuismonitoring ze gebruiken.
In de PROVES-test gaat ChipSoft in samenwerking met MedMij onderzoeken of het Zorgplatform gebruikt kan worden voor het ontsluiten van gezondheidsinformatie die nu nog ‘opgesloten’ zit naar de PGO van een patiënt. MedMij is een gezamenlijk initiatief van brancheorganisaties, beroepsverenigingen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, patiënten en (lokale) overheden. Patiëntenfederatie Nederland coördineert het MedMij-programma en vormt samen met Nictiz en het ministerie van VWS het uitvoerende programmateam. Daarnaast is er een stuurgroep – met daarin leden van het Informatieberaad Zorg –die het programmateam aanstuurt.