AppleMark
De regionale verschillen in het gebruik van wijkverpleging zijn groot. Het beroep op wijkverpleging is in sommige regio’s tot drie keer hoger dan in andere. Daarnaast zijn de kosten over de afgelopen drie jaar met 6 procent gestegen.
Eén en ander blijkt uit cijfers van Vektis. Het kennisinstituut van de zorgverzekeraars geeft geen verklaring voor de verschillen, maar uit de inventarisatie blijkt dat de hoge gebruikspercentages grotendeels samenvallen met de perifere regio’s, met een gemiddeld oudere bevolking met relatief lage sociaaleconomische status.
De gemeente met procentueel het hoogste aantal gebruikers van wijkverpleging is Stadskanaal. Hier maakte vorig jaar 5,9 procent van de verzekerden gebruik van wijkverpleging. Ook buurgemeente Westerwolde scoort met 5,7 procent bovengemiddeld hoog. Hetzelfde geldt voor Sluis in Zeeuws-Vlaanderen (5,7 procent) en de Zuid-Limburgse gemeenten Kerkrade (5,4 procent), Vaals, Heerlen en Brunssum (alle drie 5,3 procent).
Inwoners van de gemeente Lansingerland maken het minst gebruik van wijkverpleging. Hier doet slechts 1,7 procent van de verzekerden een beroep op wijkverpleging. Ook in Flevoland is het gebruik van wijkverpleging in sommige gemeenten opvallend laag (Urk: 1,9 procent, Zeewolde: 2 procent). Met een gemiddeld gebruikspercentage van 2,2 procent scoren Utrecht en Amsterdam van de vier grote steden relatief laag. Den Haag en Rotterdam volgen met respectievelijk 2,7 procent en 3 procent.
Stijging
In totaal maakten in 2017 557 duizend mensen gebruik van wijkverpleging. Een gestage stijging ten opzichte van voorgaande jaren; in 2015 maakten 512 duizend mensen gebruik van wijkverpleging, in 2016 waren dit er 540 duizend. De gemiddelde gebruikersduur is vier maanden met een gemiddelde van acht uur zorg per week. Kwetsbare ouderen en chronisch zieken gebruiken gemiddeld het langste zorg (ruim 6 maanden).
Logischerwijs zijn het zijn hoofdzakelijk ouderen die maken gebruik van wijkverpleging. In 2017 was de gemiddelde leeftijd van mensen met wijkverpleging 75 jaar. Bij mannen ligt deze leeftijd iets lager, namelijk 74 jaar. Bij vrouwen net iets hoger, op 76 jaar. Van de mensen die wijkverpleging ontvangen is 62 procent vrouw.
Instroom
Per maand stroomden er vorig jaar 18 duizend nieuwe cliënten in. Dit is een daling van de gemiddelde instroom. In 2015 ging het nog om maandelijks 22 duizend mensen, en in 2016 om 20 duizend. Vorig jaar was het gemiddelde aantal gebruikers van wijkverpleging 293 duizend mensen. De gemiddelde kosten voor wijkverpleging beliepen in 2017 circa 6200 euro per cliënt. Mannen hebben gemiddeld 5600 euro aan kosten en vrouwen 6500 euro. De totale uitgaven voor wijkverpleging bedroegen in 2017 3,4 miljard euro. Dat is 6 procent hoger dan in 2016.
Aanvullende zorg
Uit het onderzoek komt tevens naar voren dat mensen met wijkverpleging ook bovengemiddeld gebruik maken van geneesmiddelen (99 procent), ziekenhuiszorg (95 procent) en hulpmiddelen (79 procent). Bij dit laatste valt bijvoorbeeld te denken aan een bloedglucosemeter in het geval van diabetes. Na instroom in de wijkverpleging komt 5,6 procent van de gebruikers binnen een jaar in een verpleeg– of verzorgingshuis terecht. Ruim 18 procent van de mensen overlijdt binnen een jaar na instroom in de wijkverpleging.
Contracten
In 2017 contracteerden de zorgverzekeraars ruim tweeduizend zorgaanbieders die via zorg in natura wijkverpleging verzorgen. Daarnaast leveren ongeveer 2500 zorgaanbieders zorg via het persoonsgebonden budget. In 2017 is er in totaal voor ruim 3,4 miljard euro besteed aan wijkverpleging. In 2015 was dit ruim 3 miljard euro en in 2016 3,2 miljard. Van de 557 duizend mensen met wijkverpleging in 2017 hsdden bijna 20 duizend mensen een persoonsgebonden budget (3,5 procent). Dit is een daling ten opzichte van 2015 en 2016 toen respectievelijk 5 procent en 3,8 procent een pgb had. De overige cliënten ontvangen de zorg in natura.