De Rekenkamer Rotterdam oordeelt in een onderzoek hard over het functioneren van de wijkteams in de stad: de gemeente Rotterdam kan onvoldoende waarborgen dat inwoners die hulp nodig hebben van het wijkteam deze hulp op tijd krijgen, onder meer omdat er verborgen wachtlijsten zijn. De gemeente is het echter grotendeels oneens met de conclusies van de rekenkamer.
De problemen van Rotterdammers die om hulp vragen – zoals opvoedproblemen, geestelijke gezondheidsproblemen, huiselijk geweld, ouderdomsproblemen of schuldproblemen – zijn vaak al ernstig opgelopen als ze bij een wijkteam worden aangemeld. Bovendien moeten cliënten na aanmelding bij het wijkteam vaak nog eens lang wachten voor ze hulp krijgen: er zijn namelijk wachtlijsten, constateert de Rekenkamer Rotterdam in haar rapport ‘Het komt niet in de buurt’.
Inwoners van Rotterdam mogen niet zelf hulp vragen van het wijkteam, zij moeten worden aangemeld door bijvoorbeeld huisartsen, welzijnsorganisaties en scholen. Wijkteams hebben te weinig tijd om contacten te onderhouden met deze organisaties, volgens de Rekenkamer Rotterdam. Inwoners komen mede daardoor vaak pas bij het wijkteam terecht wanneer hun problemen ‘ernstig zijn opgelopen’.
Wachtlijsten
Wanneer cliënten eenmaal aangemeld zijn bij een wijkteam moeten ze bovendien vaak nog lang wachten op hulp. Voor een deel van de wijkteams bestaan namelijk wachtlijsten. Zo wachten jeugdigen en gezinnen gemiddeld ruim anderhalve maand op hulp. Negen op de tien cliënten heeft na zes weken nog geen ondersteuningsplan, terwijl de gemeente dit wel als norm hanteert.
Dat wijkteammedewerkers te weinig tijd hebben, komt onder meer doordat ze teveel tijd kwijt zijn aan administratie. Ook moeten zij allerlei regels volgen die niet aansluiten bij de praktijk, zoals de richtlijn die voorschrijft dat hulp binnen zes maanden tot een jaar moet worden afgesloten, terwijl blijkt dat cliënten vaak veel langer ondersteuning nodig hebben. De rekenkamer beveelt het college van burgemeester en wethouders (college van B en W) onder meer aan het aantal regels en verplichte procedures te verminderen en in ieder geval tijdelijk extra wijkteammedewerkers aan te nemen om de wachtlijsten te verhelpen.
Eenzijdig beeld
B en W stelt in een reactie op het onderzoek dat de keuze van de rekenkamer om alleen de knelpunten in het functioneren van de wijkteams in kaart te brengen, ‘inherent met zich meebrengt dat de resultaten een eenzijdig beeld geven van het functioneren van de wijkteams’. Het college is het grotendeels oneens met de conclusies van de rekenkamer en neemt de aanbevelingen om de wachtlijsten tegen te gaan, niet over. B en W noemt de wachttijden ‘normaal’ en ‘niet zorgelijk’.
In een reactie hierop schrijft de Rekenkamer Rotterdam op haar beurt: ‘De voorziene transformatie van de jeugd- en volwassenenzorg is tot op heden feitelijk uitgebleven. Dat is op zich al een ernstige constatering. Wat deze constatering alleen maar erger maakt, is het feit dat in de Rotterdamse context grotendeels ontkend wordt dat er überhaupt een probleem is.’ De instantie noemt het ‘een flagrante ontkenning van de geconstateerde tekortkomingen’.