Verreweg de meeste meisjes die in de gesloten jeugdzorg verblijven, zitten daar om hulp te krijgen vanwege ervaringen met seksueel geweld. Het ging in 2016 om zeker 85 procent van de meisjes in de gesloten hulp, omgerekend 680 meisjes. Jongens komen amper terecht in een gesloten setting voor hulpverlening na seksueel geweld.
Dat blijkt uit een rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar. Omdat het onderzoek veel tijd kostte, is 2016 het meest recente jaar. Gesloten jeugdhulpinstellingen zijn eigenlijk bedoeld voor jongens en meisjes met ernstige gedragsproblemen.
Het doel was om uit te vinden welke hulp kinderen ontvangen als slachtoffer van seksueel geweld. Dat wordt nu niet geregistreerd. Bolhaar adviseert de overheid om dit beter bij te houden, om erachter te komen of jonge slachtoffers de juiste hulp krijgen.
Loverboys
De Nationaal Rapporteur vindt het “heftig dat van een bijzonder groot aantal kinderen de problematiek na seksueel geweld dusdanig oploopt dat hun vrijheid wordt beperkt door opname in een gesloten instelling”. Om welke redenen slachtoffers van seksueel geweld in een gesloten jeugdzorginstelling zitten, weet Bolhaar niet. Hij wil hier meer onderzoek naar. Het zou voor een deel kunnen gaan om seksuele uitbuiting door loverboys, die de meisjes in hun greep willen houden. Toch verklaart dit niet het hoge aantal, aldus een woordvoerder.
Uit het onderzoek blijkt ook dat naar schatting elk jaar zo’n 20.000 kinderen tussen de twaalf en zeventien jaar te maken krijgen met ernstig seksueel geweld, zoals verkrachting. Dat aantal is de laatste vier jaar afgenomen. Hoewel dat een goed teken is, denkt Bolhaar dat vormen van seksueel geweld via internet nu vaker voorkomen. Hij pleit ook hier voor meer onderzoek. (ANP)