Patiënten die na hun operatie een speciaal e-health-programma volgen, kunnen vijf dagen eerder hun normale activiteiten oppakken dan zonder deze ondersteuning. Dit blijkt uit onderzoek onder 344 patiënten in verschillende Nederlandse ziekenhuizen onder leiding van Amsterdam UMC. De resultaten zijn vrijdag gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet.
Tegenwoordig verblijven mensen steeds korter in het ziekenhuis na een operatie. Daardoor missen ze bepaalde ondersteuning om hun herstel te bevorderen. Om patiënten te helpen bij hun herstel ontwikkelden de onderzoekers de e-health-toepassing ‘Ikherstel’, waarmee patiënten na hun operatie op een gepersonaliseerde manier worden begeleid. Ze krijgen adviezen met betrekking tot het hervatten van activiteiten thuis, in hun werk of vrije tijd, bij een hobby of sport. Ook krijgt de patiënt via de app inzicht of het herstel volgens plan verloopt en wordt met een activiteitenmeter gestimuleerd zelf te werken aan het herstel. Verder voorziet de app de patiënten van informatie over de operatie, veel voorkomende klachten en het herstel.
Effect
Arts-onderzoeker Eva van der Meij en collega’s onderzochten het effect van de e-health-toepassing bij 344 patiënten die een galblaasoperatie, liesbreukoperatie of operatie aan de eierstokken ondergingen. De helft van hen kreeg toegang tot de interventie. Uiteindelijk bleek deze groep vijf dagen eerder de normale activiteiten te hebben hervat dan de controlegroep. Ook scoorde de ‘e-health-groep’ hoger op het gebied van sociale participatie en fysiek functioneren, keerden deze patiënten eerder terug naar werk en waren ze meer tevreden over de vorm van zorg die ze ontvingen dan de controlegroep.
De onderzoekers willen de e-health-interventie nu ook beschikbaar maken voor patiënten buiten dit onderzoek. Hieraan wordt momenteel gewerkt.
