In 2017 ontvingen 340 duizend mensen langdurige zorg. Dit zijn er vijfduizend mensen minder dan in 2015, zo blijkt uit gegevens van Vektis Intelligence. De daling wordt volgens Vektis veroorzaakt doordat mensen tegenwoordig minder snel in aanmerking komen voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz) dan in 2015.
De geleverde zorg vanuit de Wlz was in 2017 gemiddeld genomen zwaarder dan in 2015. Lichtere zorg, bijvoorbeeld wijkverpleging, werd in 2017 vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet.
Doordat de geleverde zorg gemiddeld genomen zwaarder is, zijn ook de kosten per persoon gestegen. Gemiddeld kostte iemand die in 2017 gebruikmaakte van langdurige zorg 57 duizend euro per jaar. Dit betreft zowel zorg in natura als zorg vanuit het persoonsgebonden budget (pgb). In 2015 bedroegen de jaarlijkse kosten nog 50 duizend euro per persoon.
In 2017 ging 19,2 miljard euro om in de Wlz, berekende Vektis. Daarvan 15,8 miljard euro naar zorg in instellingen, 2 miljard euro naar het pgb en 1,4 miljard euro naar zorg thuis. Zo’n 74 duizend mensen ontvingen de langdurige zorg thuis.
Kwetsbaar
De Wlz is bedoeld voor mensen die blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid en/of permanent toezicht nodig hebben en niet langer zelfstandig thuis kunnen wonen. Het gaat bijvoorbeeld om kwetsbare ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of mensen met een psychische stoornis.