AppleMark
De zorgsector verdient een eigen onafhankelijke ombudsman. Deze zou zorgaanbieders kunnen aanspreken op brede, structurele problemen in de sector. De zorgombudsman zou vooral moeten opkomen voor sterk afhankelijke zorgvragers en hun naasten, zoals met name de gehandicaptenzorg kent.
De introductie van een zorgombudsman is één van de aanbevelingen die onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek doen in het rapport ‘De kunst van ambachtelijke afstemming – Een onderzoek naar ervaringen van afhankelijkheid van mensen met een beperking en hun verwanten’. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VWS en is onderdeel van de kwaliteitsagenda gehandicaptenzorg.
Volgens de onderzoekers beseft de sector hoe belangrijk het is om de negatieve aspecten van afhankelijkheid in te perken. Toch is falende afstemming in de zorgrelatie een dagelijks terugkerend en ernstig probleem. Dit geeft weer voeding aan gevoelens van onzichtbaarheid, onmacht, of ongelijkwaardigheid onder cliënten. Begeleiders en zorgorganisaties zijn zich geregeld niet bewust van hun eigen rol in dezen. Alledaagse manieren van doen kunnen zo gevoelens van negatieve afhankelijkheid versterken. Tijdsgebrek van begeleiders als gevolg van de bureaucratische druk op de zorg versterken deze negatieve afhankelijkheid.
Ambachtelijke afstemming
Om één en ander te doorbreken moet er wat de onderzoekers betreft meer ruimte komen voor ‘ambachtelijke afstemming’. In de ogen van de onderzoekers is dit een intensief, geduldig en fijnmazig proces van bijstellen, schipperen en uitproberen. Logischerwijs betekent dit meer mankracht. Eén van de oplossingen in dit verband is een betere spreiding van personeel naar gelang de drukte op de werkvloer. Ook zou ondersteunend personeel, zoals een gastheer of –vrouw of huishoudelijk personeel, onder supervisie van een begeleider meer betrokken kunnen worden bij de begeleiding.
De inzet van andersoortig personeel is volgens de onderzoekers ook om een andere reden goed. Voor veel mensen met een beperking is de begeleider zowel maatje en raadgever als strenge opvoeder. Deze meervoudige taakopvatting kan voor disbalans in de zorgrelatie zorgen. Een kok of gastvrouw zou een deel van de sociale taken van de begeleider kunnen overnemen. Flexwerkers zijn wat de onderzoekers betreft uit den boze. Hun inzet belemmert een duurzame zorgrelatie met mensen met een beperking en hun verwanten.
Reuring
De onderzoekers pleiten daarnaast voor diversificatie binnen cliëntengroepen. In de oude intramurale zorg zaten cliënten van verschillende niveaus vaak bij elkaar in één groep. Om beter aan de individuele zorgvraag te kunnen voldoen heeft de gehandicaptenzorg gaandeweg gekozen voor groepen van gelijk niveau. “Daarbij is echter ook wat verloren gegaan: mensen met een lichtere verstandelijke beperking halen veel voldoening uit het kunnen zorgen voor mensen met zwaardere lichamelijke of ernstige meervoudige beperkingen”, aldus de onderzoekers. “Daarnaast kunnen zij op die manier begeleiders af en toe een helpende hand bieden.” Ook kan de aanwezigheid van mensen met een lichte verstandelijke beperking voor meer reuring zorgen in het leven van mensen met ernstige meervoudige beperkingen. Niveauverschil in groepssamenstelling kan op die manier bijdragen aan het terugdringen van negatieve afhankelijkheid.
Daarnaast kan het creëren van meer mogelijkheden voor zinvol werk helpen om gevoelens van onzichtbaarheid, onmacht en ongelijkwaardigheid terug te dringen.
Realiteit
Het doorbreken van negatieve afhankelijkheid vraagt volgens de onderzoekers ook om erkenning van een fundamentele realiteit, namelijk dat het ideaal van volledige persoonlijke autonomie geen recht doet aan de situatie van mensen met een beperking. Zorgafhankelijkheid is voor hen even onvermijdelijk als vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk om medezeggenschap in de dagelijkse leefomgeving te verankeren.
Pottenkijkers
Tot slot maken de onderzoekers zich ook sterk voor meer openheid. Teams van “pottenkijkers” zouden geregeld moeten kunnen meekijken en met begeleiders en leidinggevenden van de locatie kunnen reflecteren op het onderwerp afhankelijkheid. Waar dit geen of onvoldoende soelaas biedt, zou de zorgombudsman kunnen reageren.