Een klinisch technoloog die een aantal voorbehouden medische handelingen zelfstandig kan verrichten maakt de zorg effectiever. Dat blijkt uit de evaluatie van een experiment om klinisch technologen tijdelijk in het BIG-register op te nemen. De Maastrichtse onderzoekers adviseren om het beroep definitief op te nemen in de Wet BIG.
Dat meldt het Maastricht UMC+ op 1 mei. Het evaluatierapport, in opdracht van het ministerie van VWS, is onlangs aangeboden aan de Tweede Kamer.
Duidelijkheid
Een klinisch technoloog, ook wel technisch geneeskundige genoemd, werkt in de praktijk meestal in een UMC, waar de koppeling is tussen onderzoek en patiëntenzorg en waar veelal complexe aandoeningen worden behandeld. Ze zijn bijvoorbeeld betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe vormen en technieken in diagnose en behandeling. Sinds 2014 is het beroep van klinisch technoloog tijdelijk opgenomen in de Wet BIG. De Maastrichtse onderzoeksgroep hebben klinisch technologen, specialisten en patiënten bevraagd over hun functioneren. Patiënten blijken tevreden over de zorg die ze krijgen. Artsen, supervisors en leidinggevenden vinden dat de tijdelijke wetswijziging meer duidelijkheid gaf op de werkvloer. Alleen artsen die nog niet samenwerkten met klinisch technologen zijn terughoudend. Over het effect op de kosten doen de onderzoekers geen uitspraak. Daarvoor is meer inzicht in registratie- en declaratieverkeer nodig.
Handelingen
De Maastrichtse onderzoekers concluderen dat klinisch technologen prima in staat zijn om zelfstandig katheterisaties, injecties, puncties, heelkundige handelingen en handelingen met radioactiviteit of ioniserende straling uit te voeren. In de praktijk leidt dit er toe dat medische technologie beter ingezet wordt en dat artsen en andere zorgprofessionals deels ontlast worden. Voor het verrichten van handelingen als defibrillatie, electieve cardioversie en endoscopie had de onderzoeksgroep onvoldoende data om tot een conclusie te komen. Het toekennen van een zelfstandige bevoegdheid voor het verrichten van steenvergruizing blijkt niet doeltreffend.
Declareren
De onderzoekers stellen dat voor alle zorgprofessionals duidelijk moet worden wat onder ‘voorbehouden handelingen’ wordt verstaan, maar ook wat de termen ‘indiceren’ en ‘delegeren’ precies inhouden. Uit het onderzoek blijkt ook dat enkele klinisch technologen handelingen verrichtten die buiten het experiment vielen, vooral in het voorschrijven van geneesmiddelen. Tot slot raden de onderzoekers aan de klinisch technoloog in staat te stellen om zelf ook te registreren en te declareren. Pas dan kan een echte efficiëntieslag worden gemaakt.