Er is nauwelijks aandacht voor mondhygiëne in de ggz. Cliënten krijgen door ontstoken tandvlees eerder chronische aandoeningen als longziekten, diabetes, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk. Dat leidt uiteindelijk tot meer sterfgevallen onder mensen met psychiatrische aandoeningen.
Cliënten in de ggz sterven tien keer vaker als gevolg van een chronische ziekte dan aan zelfdoding. Terwijl voor dat laatste veel meer aandacht is. Dat stelt docent verpleegkunde Sonja Kuiper
s van de hogeschool NHL Stenden die promoveert op mondhygiëne in de psychiatrie. Naast ziekten heeft een gebrekkige mondverzorging ook invloed op sociaal en psychisch welbevinden, zo stelt Kuipers op 2 mei in de Leeuwarder Courant. Een slecht gebit zorgt voor een stigma.
Mondzorg
Kuipers deed literatuuronderzoek en onderzocht cliënten tussen de 18 en 35 jaar in Friesland die voor het eerst een psychose kregen op hun mondzorg. In die provincie krijgen ieder jaar ongeveer 130 jongvolwassenen voor het eerst een psychose. Het is qua gebitsverzorging een extra kwetsbare groep omdat ze vaker alcohol, drugs, tabak en suikerhoudende drankjes gebruiken. Ongeveer de helft van de onderzochte cliënten gaat nooit of minder dan een keer per jaar naar de tandarts.
Verpleegkundigen moeten psychiatrische patiënten beter wijzen op aandacht voor het gebit, beveelt zij aan. Ook in de opleidingen moet meer aandacht worden besteed aan het belang van mondzorg in de psychiatrie.