Heb je je net geconformeerd aan de laatste afspraken voor de MJA3 of gemeentelijk energieconvenant, komt de volgende wet- en regelgeving alweer op je af! Eigenaren van gebouwen zien in zeer korte tijd een overrompelende hoeveelheid informatie op zich afkomen. Energieverbruik en CO2-uitstoot moeten naar beneden, strakke (BENG)regels eisen (bijna) energieneutrale nieuwbouw en ook bij handhaven of verbouw is EU wet- en regelgeving in de maak.
Bovendien moet de bouwwereld sinds de dramatische ontwikkelingen in Groningen ook nog loskomen van gas. Dat brengt betrokkenen in een lastige spagaat: wat moet nu en wat kan later? En zijn deze ontwikkelingen een risico of kan je, door om te denken, er een kans van maken?
Gerard Jansen is adviseur integrale concepten Health Care bij ingenieurs- en adviesbureau Royal HaskoningDHV. Zijn devies richting opdrachtgevers? Kom in actie, want dat brengt je in control. “De oplossing ligt in het helder identificeren van jouw specifieke situatie en vervolgens bepaal je welke stappen je in welke volgorde neemt. En welke stappen je misschien wel kunt overslaan.”
Voldoen aan nieuwe regels
Voor kantoorgebouwen geldt dat zij in 2023 minimaal energielabel C moeten hebben. De boel de boel laten kan niet meer. Panden met een F-label dan maar afstoten? Ook dat is niet altijd de beste oplossing, want de nieuwe eigenaar zal ook moeten voldoen aan die energie-eisen. Energiezuinigheid is dus heel bepalend voor de waarde van het gebouw. Voor ziekenhuizen geldt dat zij per 2020 voor nieuwbouw te maken gaan krijgen met de BENG-eisen en EU-wetgeving voor bestaande gebouwen. Bestaande ziekenhuizen die nog 10-20 jaar zullen doorgaan, zullen hun CO2-uitstoot en energieverbruik drastisch moeten verlagen om aan de nieuwe eisen te voldoen. In 2050 moeten ze zelfs helemaal energieneutraal zijn. Jansen: “De verwachting is dat gas en elektriciteit beduidend duurder worden. Een topklinisch of academisch ziekenhuis dat zich richt op complexe zorgverlening en al die vierkante meters ook over 10-20 jaar nog steeds nodig heeft, zal willen investeren. Tactisch gezien is het voor een ziekenhuis dat vanwege fusies al kampt met leegstand wellicht slimmer om een deel van de gebouwen af te stoten. Want de meest groene energie is natuurlijk de energie die je niet gebruikt.”
Slimme staaltjes omdenken
Topklinisch ziekenhuis Rijnstate laat een slim staaltje omdenken zien. Hun gebouw in Arnhem-Noord is 25 jaar oud en vervanging van de gasverwarmingsketels dient zich aan. Rijnstate heeft, samen met diverse partijen waaronder Burgers Zoo, onderzocht of een deel van haar warmtevoorziening betrokken kan worden uit een nieuw te ontwikkelen, lokaal warmtenet. Realisatie van dit lokale net betekent voor Rijnstate een flinke CO2-reductie en een mooie kans om invulling te geven aan haar duurzaamheidsbeleid. Een ander mooi voorbeeld is het academisch ziekenhuis in Maastricht. De benodigde koude voor koeling van onder andere medische ruimtes en apparatuur kon daar geleverd worden door elektrische warmtepompen. De tegelijkertijd vrijkomende warmte wordt benut om andere delen van het ziekenhuis te verwarmen. Dit betekent ook hier een forse CO2-reductie en gunstige lifecyclekosten ten opzichte van de oude ketels met gasmotoren.
Vrijblijvendheid voorbij
Ligt de optimale oplossing altijd in zo snel mogelijk ‘van gas los’ gaan? “Nee,” zegt Gerard Jansen. “Niet per se, maar je moet er wel over gaan nadenken. We zullen eraan moeten wennen dat sommige maatregelen gewoon moeten omwille van CO2-reductie. Het kan best zijn dat een alternatieve oplossing de lifecycle van je gebouw goedkoper maakt dan met gas. Kijk in elke situatie welke oplossing het meeste rendement oplevert. Slimme toepassingen en bijzondere productinnovaties vormen een deel van de oplossing. Kijk maar naar de ontwikkeling die de energiezuinige lamp heeft doorgemaakt qua prijs en rendement. Stel je onderzoek niet uit, kies bewust en zorg dat je ‘in control bent’. De vrijblijvendheid is voorbij!”