In de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) stelt het kabinet scherpere eisen aan de toetreding tot de zorg, om het toezicht op nieuwe zorgaanbieders te verbeteren. Er komt een meld- en vergunningsplicht en bovendien krijgen zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten meer wettelijke mogelijkheden om gegevens over fraudeurs met elkaar kunnen te uitwisselen via een speciaal waarschuwingsregister.
Dit schrijft minister Hugo de Jonge (VWS) in een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij een actieplan uiteenzet voor de aanpak van fraude. De Jonge zet in op een gezamenlijke aanpak waarin elke partij in de keten zijn verantwoordelijkheid neemt: van het zoveel mogelijk voorkomen van onrechtmatigheden, het signaleren en corrigeren ervan bij controles, tot handhaving bij geconstateerde overtredingen. De minister neemt de maatregelen samen met onder andere medische professionals, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten, toezichthouders, opsporingsdiensten, inspecties en het Openbaar Ministerie.
Gegevensuitwisseling
Het ministerie kiest voor een aanpak met drie sporen: het voorkomen van fouten en fraude; de focus op medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, mondzorg, wijkverpleging en persoonsgebonden budget; wetgevingstrajecten die bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van fouten en fraude. Het gaat hier onder meer om het mogelijk maken van een betere gegevensuitwisseling tussen handhavingorganisaties.
Naast de aanpak in de vijf specifieke zorgsectoren, worden straks scherpere eisen gesteld aan de toetreding tot de zorg. Het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) verbetert het toezicht op nieuwe zorgaanbieders en er komt een meld- en vergunningsplicht. Het wetsvoorstel, dat nog moet worden behandeld in de Tweede Kamer, verbetert het toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op nieuwe zorgaanbieders. Verder komt er in de Wtza een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders binnen het bereik van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Daarnaast worden in het wetsvoorstel de vergunningsplichtige doelgroep verbreed en de vergunningsvoorwaarden uitgebreid. In de Wtza wordt onder andere geregeld dat de toelatingsvergunning kan worden geweigerd of ingetrokken in bepaalde situaties. Dit kan bijvoorbeeld als de zorgaanbieder geen verklaring omtrent gedrag (VOG) kan verstrekken; als de betrokken aanbieder is veroordeeld voor strafbare feiten; en als de bestuursstructuur “aanzienlijk” wijzigt. Van dit laatste is sprake als de rechtsvorm van de instelling wijzigt. Als de aanbieder nog altijd de eerder geleverde zorg wil blijven verlenen, zal hij opnieuw een toelatingsvergunning moeten aanvragen.
Waarschuwingsregister Zorg
Doordat nieuwe zorgaanbieders voor aanvang van de zorgverlening in beeld zijn, kan volgens VWS vroegtijdig actie worden ondernomen door de IGJ op het terrein van kwaliteit en veiligheid van zorg, maar ook door de zorgverzekeraars en zorgkantoren om fraude te voorkomen. Zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten krijgen meer wettelijke mogelijkheden om gegevens over fraudeurs met elkaar uit te wisselen via een nog op te zetten Waarschuwingsregister Zorg.
VWS gaat onderzoeken of verdergaande maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat frauderende aanbieders in de zorgsector (opnieuw) aan de slag kunnen gaan. Verder zet VWS in op meer bewustwording in de zorgsector. “Zo benaderen wij bijvoorbeeld bestuurders en toezichthouders van zorginstellingen, zodat zij zich vanuit hun rol nog meer hiervoor inzetten.” Daarbij is behulpzaam dat in 2017 de Brancheorganisaties Zorg de Governancecode Zorg hebben vastgesteld, waarin onder meer aandacht is voor rechtmatigheid.
Een belangrijke voorwaarde om fouten en fraude te voorkomen is volgens VWS een open aanspreekcultuur. De accreditatie ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Zorg (NVZD) draagt bij aan het ontwikkelen van kritisch vermogen van bestuurders en het aannemen van feedback. Inmiddels zijn er 210 bestuurders geaccrediteerd en zijn er nog 115 bestuurders in procedure.