Acht regionale taskforces zijn van start gegaan met de aanpak van de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Ze richten zich onder meer op een soepelere doorstroom van ggz-patiënten naar andere vormen van zorg, het verminderen van de instroom in de specialistische ggz en de inzet van e-health. Ook moet het voor behandelaars makkelijker worden om een behandeling af te schalen, zonder dat een patiënt opnieuw op de wachtlijst komt.
Adviesbureau KPMG Health heeft de taskforces op verzoek van GGZ Nederland, MIND en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) ingericht in de regio’s Noord Limburg, Zuid Limburg, Utrecht, Zuid-Holland Noord, Friesland, Groningen, West-Brabant en Midden-Brabant. De taskforces bestaan uit cliënten- en familieorganisaties, huisartsen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten.
Het doel van de regionale aanpak is om zo snel mogelijk tot concrete oplossingen te komen die bijdragen aan het verminderen van de wachttijden. Door alle betrokkenen in de regio bij elkaar te brengen, ontstaat inzicht in het gehele zorgtraject waar een patiënt in belandt en kan gezamenlijk naar oplossingen worden gezocht, is het idee. “Als zorgverleners al in het begin met elkaar de zorgvraag van de patiënt bespreken vanuit meerdere invalshoeken, kom je op beter afgestemde zorg”, licht Karin Lemmens, senior manager bij KPMG, toe. “Daardoor is deze vaak sneller en goedkoper.”
Veel regio’s kampen met dezelfde problemen, ziet Lemmens. “We zien dat patiënten te snel worden verwezen naar de specialistische ggz. Er wordt onvoldoende gekeken naar andere ondersteuningsvormen, zoals e-health en de inzet van ervaringsdeskundigheid. Ook is er te weinig ondersteuning voor mensen die op de wachtlijst staan.” Een ander probleem dat in de regio’s speelt is een gebrekkige doorstroom van ggz-patiënten, constateert KPMG. “Behandelaars vinden het moeilijk om af te schalen, omdat patiënten bij een nieuwe zorgvraag weer op de wachtlijst terechtkomen. Mensen blijven te lang in de specialistische ggz hangen, ook als er behandeltechnisch geen winst meer te behalen is. De warme overdracht naar vervolgzorg vindt onvoldoende plaats.”
Doorstroom
De komende periode gaan de taskforces zich onder meer richten op het verbeteren van de doorstroom van patiënten in de specialistische ggz naar andere vormen van zorg. Lemmens: “Patiënten die een langdurige behandeling in de specialistische ggz hebben gehad, kunnen daarna mogelijk ook in de basis-ggz terecht. Maar ook buiten de ggz zijn mogelijkheden die nu nog vaak onbenut blijven, bijvoorbeeld richting beschermd wonen. Vaak spelen schotten in de bekostiging een rol. Het is aan de deelnemers van de taskforces om daar samen een oplossing voor te zoeken.”
De taskforces komen tweemaandelijks bij elkaar, in de tussentijd werken de betrokkenen de plannen uit. Daarbij kijken de partijen vooral naar problemen die ze niet in hun eentje kunnen oplossen, maar daarvoor partners in de regio nodig hebben. Het is niet de bedoeling dat de regionale taskforces extra administratieve lasten veroorzaken, benadrukt Lemmens, maar zullen deze waar mogelijk juist verminderen. Het verminderen van de regeldruk voor zorgverleners is namelijk ook een van de speerpunten van de aanpak. Wat dit onderwerp betreft vormt de taskforce vooral een medium om kennis te delen, zegt Lemmens. “Betrokkenen kunnen het overleg gebruiken om uit te wisselen hoe zij hun administratieve lasten verlichten.” Ook kijken de taskforces naar de aanpak van het personeelstekort in de sector. Zo is in één van de regio’s gestart met het gezamenlijk opleiden van nieuw ggz-personeel.
Treeknormen
De taskforces moeten bijdragen aan het behalen van de recent gemaakte afspraken tussen de sector en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over het terugdringen van wachttijden. Zij spraken onder meer af om per 1 juli 2018 de behandelingen in de ggz weer binnen de treeknormen voor aanvaardbare wachttijden te brengen. Die deadline zal niet worden gehaald, verwacht Lemmens. “1 juli is wel erg ambitieus. Er komt geen nieuwe streefdatum, maar het is de bedoeling de wachttijden zo snel mogelijk binnen de treeknormen te krijgen. Hiertoe willen we grote stappen maken dit jaar.”
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) monitort de voortgang van de vermindering van de wachttijden in de ggz. In juni verschijnt een rapportage van de NZa, waarin ook de resultaten van de regionale taskforces aan bod zullen komen.