Cliëntondersteuning in de curatieve zorg blijkt in veel gemeenten nog geen aandachtspunt. Weliswaar wordt erkend dat er kwetsbare groepen burgers zijn die ondersteuning nodig hebben in contact met de curatieve zorg, maar patiënten en cliënten worden niet op de mogelijkheid gewezen.
Dit blijkt uit een zogeheten kennisvraag waarmee het NIVEL op verzoek van het ministerie van VWS in kaart heeft gebracht hoe het gesteld is met de cliëntondersteuning in de curatieve zorg in Nederland. Onafhankelijke cliëntondersteuning op het gebied van curatieve zorg wordt niet structureel of automatisch aangeboden vanuit gemeenten. Mede hierdoor bestaat er weinig inzicht in de omvang van het probleem en de behoefte hieraan. Deze potentiële behoefte zou verder verkend moeten worden, volgens het NIVEL.
Vragen van kwetsbare burgers voor ondersteuning op het gebied van curatieve zorg komen zelden rechtstreeks bij de gemeente binnen of bij cliëntondersteuners van bijvoorbeeld MEE. Als het onderwerp al ter sprake komt, is dat bijvoorbeeld wanneer mensen om hulp bij ondersteuning thuis vragen, en dan blijkt dat mensen ook ondersteuning kunnen gebruiken bij hun contact met de curatieve zorg. Of zorgverleners komen patiënten tegen die een vraag op het gebied van curatieve zorg hebben. Dit roept volgens het NIVEL de vraag op waar cliëntondersteuning in de curatieve zorg het beste kan worden ondergebracht: bij gemeenten (in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning) of bij de curatieve zorg zelf.
Frequente hulpvragen
Vier gemeenten deelden met het NIVEL hun inzichten op het gebied van cliëntondersteuning in de curatieve zorg en fungeerden als best practice. Opvallend genoeg kunnen enkele van deze gemeenten zelf zich weinig voorstellen bij cliëntondersteuning in de curatieve zorg. Zij herkennen frequente hulpvragen op dat gebied binnen de eigen gemeente niet echt. Ook in deze gemeenten werd geen actief beleid op cliëntondersteuning in de curatieve zorg gevoerd.
De betrokken gemeenten bestempelen intensieve samenwerking met de eerstelijnszorg als belangrijk element. Omdat voor kwetsbare groepen de stap naar de gemeente te groot kan zijn, stellen zij dat de toegang tot de cliëntondersteuning “dichtbij de mensen” georganiseerd moet worden, bijvoorbeeld in de wijk of via de huisarts. Daarbij werd benadrukt dat de ondersteuning “zo kortdurend mogelijk” moet zijn, het doel is namelijk dat mensen zelf uiteindelijk de regie over hun leven en zorg voeren. Meerdere personen ervaren de term ‘regieondersteuning’ dan ook als passender dan cliëntondersteuning.
Positieve uitkomsten
Uit de internationale literatuur blijkt volgens het NIVEL dat cliëntondersteuning in de curatieve zorg verschillende positieve uitkomsten heeft. Niet alleen draagt het bij aan betere gezondheidsuitkomsten en een hogere tevredenheid met zorg, ook lijkt het bij te dragen aan een efficiënter en daardoor meer kosteneffectief zorggebruik. Kwetsbare of moeilijk bereikbare groepen, zoals mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden of mensen met een migratieachtergrond, hebben het meeste profijt van de interventies. Bovendien voelen kwetsbare cliënten zich meer betrokken bij de eigen zorg wanneer zij in contact komen met een cliëntondersteuner, waardoor hun kennis en therapietrouw verbetert.
Het NIVEL heeft de resultaten van het onderzoek besproken tijdens een recente conferentie. Op basis van onze onderzoeksresultaten en van de discussie die daar heeft plaatsgevonden, heeft het NIVEL een aantal aanbevelingen geformuleerd. Zo moet er bijvoorbeeld meer duidelijkheid komen wie de verantwoordelijkheid heeft voor de organisatie van cliëntondersteuning in de curatieve zorg; moet er een goede definitie komen wat er allemaal precies onder cliëntondersteuning in de curatieve zorg verstaan wordt; moet de bekendheid met bestaande vormen van cliëntondersteuning in de curatieve zorg verder vergroot worden, zowel bij zorgverleners als bij de doelgroep. Ook moet er meer duidelijkheid komen over wie de doelgroep van cliëntondersteuning is het van belang om de meerwaarde van de cliëntondersteuning als aanvulling op de reguliere zorg duidelijker in beeld te brengen.