De nieuwe gemeenteraden zullen stevig moeten inzetten op de samenwerking met zorginstellingen, bedrijven en vrijwilligers ter verbetering van de uitvoering van de gemeentetaken in het sociale domein. Om dit samenspel vorm te geven, moet er een sociaal contract tussen de betrokken partijen komen. Dit stelt Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), in zijn essay ‘Een lokaal sociaal contract. Voorwaarden voor een inclusieve samenleving’.
Om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen in de samenleving is niet alleen lokaal meer samenwerking in de zorg en ondersteuning nodig; Putters verwacht ook wat van de rijksoverheid. Die zal de kennisinfrastructuur moeten versterken, zodat alle betrokken partijen kunnen leren van wat wel en niet goed werkt. In zijn essay biedt de SCP-directeur een agenda voor de nieuwe lokale besturen die na de recente gemeenteraadsverkiezingen zijn aangetreden. Volgens hem ligt er een “forse opdracht” voor gemeenten in het verschiet.
De agenda van de gemeenten kan alleen maar ambitieus zijn, stelt Putters. Zij moeten zich onder andere bezig houden met het verduidelijken van de sociale basis en solidariteit die inwoners van hun gemeente mogen verwachten; het verbeteren van keukentafelgesprekken; betere informatievoorziening over praktijkervaringen. De rijksoverheid op haar beurt zal meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor adequate financiële randvoorwaarden, kennisdeling en opleidingen.
Heldere visie
Putters pleit voor een vernieuwd sociaal contract in de zorg om het samenspel op lokaal vorm te geven. Hierin moet de werking van het samenspel tussen de overheid, maatschappelijke organisaties en burgers in de veranderende verzorgingsstaat centraal staan. Het lokaal sociaal contract kent aandachtspunten. Zo is er een heldere visie nodig op wat overheid en burgers van elkaar mogen verwachten. De laatste jaren is vooral gecommuniceerd wat de overheid niet meer doet, maar zij heeft wel degelijk een rol. De overheid dient bijvoorbeeld een sociale basis te garanderen voor mensen die hulp nodig hebben, inclusief bezwaar en beroep.
Verder gaan risicodeling en solidariteit in het sociaal domein niet alleen om het compenseren van ziekte of ongezondheid, maar “vooral ook over meedoen aan de samenleving”. Dit betreft volgens Putters een combinatie van inkomen, zorg, arbeid en werken aan relevante netwerken. Zorgcoöperaties zijn goede voorbeelden van deze meer integrale inzet.
Een ander aandachtspunt is het feit dat steeds meer patiënten, cliënten en hun naasten zelf zeggenschap willen en kunnen krijgen over hun zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd kan niet iedereen door de bomen het bos zien in de complexe zorgsector. Daarom zijn zaakwaarnemers, zoals casemanagers en buddy’s, nodig.
Falende ouderenzorg
Putters is kritisch over het handelen van de overheid in de recente decentralisaties in het sociale domein. Die gingen vaak over wat de overheid van burgers verwacht, maar minder over wat de burger van de overheid mag verwachten. “Bij de overheid bestaat een niet door wetenschappelijke kennis gestaafde optimistische kijk op de sociale, fysieke en psychologische mogelijkheden van burgers om zelf de regie te voeren en om elkaar bij te staan. Intussen houdt een meerderheid van de bevolking de rijksoverheid juist verantwoordelijk voor de zorg, wat onder meer tot uiting komt in felle reacties op falende ouderenzorg.”
Sommige burgers stellen zich vaker op als klanten die hun individuele keuzevrijheid en rechten opeisen, daartoe mede gestimuleerd door overheidsbeleid. Tegelijkertijd weten veel mensen hun weg niet te vinden in het complexe zorgveld. Dit alles levert risico’s op, stelt de SCP-directeur. “Zowel het overvragen als het uitblijven van noodzakelijke zorg ondergraven immers het draagvlak voor het sociaal contract.”
De wil om oude zekerheden los te laten en nieuwe onzekerheden juist tegemoet te treden, is er zeker, volgens Putters. Maar er zijn ook dilemma’s die de betrokkenen in het beoogde samenspel onder ogen moeten zien. Zo wijst hij erop dat kwaliteit van leven iets anders is dan kwaliteit van zorg. Voor bijvoorbeeld welbevinden van mensen is het medisch model “ontoereikend”. Er is een rol voor familie en vrienden, maar wat als die er niet zijn? Dit wordt een groeiend probleem, stelt de SCP-directeur. “Zorg is belangrijk, maar niet altijd de weg naar meer kwaliteit van leven.”