Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) stelt de Wet langdurige zorg (Wlz) niet eerder dan in 2021 open voor mensen met psychische aandoeningen. Een zorgvuldige voorbereiding is cruciaal om op een verantwoorde wijze toegang te kunnen bieden aan deze grote en nieuwe groep cliënten, schrijft Blokhuis in een brief aan de Tweede Kamer.
Mensen met psychische problemen hebben op dit moment geen toegang tot de Wlz, behalve een beperkte groep die langer dan drie jaar intramurale behandeling nodig heeft. In februari 2014 nam een brede meerderheid in de Tweede Kamer een motie aan, waarin gevraagd werd de toegang van ggz-cliënten tot de Wlz te regelen. Ook het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) lieten al weten toegang tot de Wlz voor ggz-cliënten belangrijk te vinden.
In het regeerakkoord is het voornemen opgenomen om met een wetsvoorstel te komen die de toegang mogelijk maakt. Volgens Blokhuis vergt de Wlz-toegang ggz echter zoveel voorbereiding dat de implementatie ervan niet eerder dan in 2021 kan plaatsvinden. In zijn brief schrijft hij dat momenteel “met volle kracht wordt gewerkt aan de inhoudelijke beslispunten van het wetsvoorstel”. Het gaat daarbij onder meer om het vormgeven van overgangsvoorzieningen om de overdracht van cliënten zorgvuldig te laten verlopen. Een bureau voert momenteel onderzoek uit naar passende zorgprofielen voor deze nieuwe doelgroep in de Wlz.
Financiële verschuivingen
Het openstellen van de Wlz voor ggz-cliënten betekent bovendien dat er ‘financiële verschuivingen’ moeten plaatsvinden, schrijft de staatssecretaris, waarvan de verschuiving van beschermd wonen 2015 naar de Wlz de grootste is. Om welke bedragen het gaat is afhankelijk van de aantallen cliënten die voor de Wlz in aanmerking komen. Ook daarnaar loopt een onderzoek.
De staatssecretaris hoopt het wetsvoorstel in het najaar van 2018 te kunnen voorleggen aan de Raad van State, mits uit de onderzoeken geen belemmeringen naar voren komen. De parlementaire behandeling moet vervolgens in 2019 plaatsvinden, waarna partijen zoals gemeenten, zorgaanbieders en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) in 2020 alles in gang kunnen zetten om de overdracht van cliënten te organiseren.
Blokhuis: “Voor cliënten is het van groot belang dat dit proces zorgvuldig verloopt. Zij worden immers geconfronteerd met een aanvullend beoordelingsproces dat ook hun toekomstige zorgarrangement kan beïnvloeden. Daarom moet onder andere tijd worden ingeruimd voor de indicatiestelling door het CIZ.” Het CIZ moet straks mogelijk duizenden cliënten beoordelen voor Wlz-toegang. Ook zijn er zo’n 5.000 cliënten die momenteel op basis van voortgezet verblijf een tijdelijke Wlz-indicatie hebben. Deze indicaties lopen per 2021 af, hetgeen betekent dat het CIZ in 2020 ook deze groep opnieuw moet beoordelen.
Passende zorg
Belangenorganisatie MIND reageert verbolgen op het besluit om ggz-cliënten pas in 2021 toegang te geven tot de Wlz. Volgens MIND betekent nieuw uitstel dat duizenden mensen de komende jaren geen passende zorg krijgen. “Cliënten zijn al vier jaar lang aan het lijntje gehouden”, schrijft de organisatie. “Het geduld is nu echt op. De Tweede Kamer heeft in 2014 de motie Bergkamp-Keijzer aangenomen om toegang van ggz-cliënten tot de Wlz te regelen. Moet de uitvoering zeven jaar op zich laten wachten?”
MIND snapt onder meer niet waarom het CIZ, zoals in de brief van Blokhuis valt te lezen, pas mensen gaat werven en opleiden als de wet is aangenomen. MIND vindt dat het CIZ nu al ggz-expertise moet opbouwen en startklaar moet zijn op het moment dat de wet definitief is. “De staatssecretaris verwijst verder naar financiële verschuivingen die moeten plaatsvinden tussen zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten. Dit zijn typische systeemproblemen. Als men bereid is om de cliënt centraal te stellen en de financiering patiëntvolgend te laten maken, dan is daar een oplossing voor te vinden.”
Beschermd wonen
De meeste cliënten voor wie de wetswijziging toegang tot de Wlz kan betekenen, wonen op dit moment in een beschermde woonvoorziening vanuit de Wmo 2015. Beschermd wonen vanuit de gemeente is gericht op herstel en sociale participatie, met als uiteindelijke doel uitstroom naar een meer zelfstandige woonvorm. Voor cliënten die een dergelijke stap niet kunnen zetten wordt straks de toegang tot de Wlz verankerd. Daarnaast is er een groep cliënten die op dit moment behandeling met verblijf vanuit de Zvw ontvangt. Ook voor deze cliënten kan de wetswijziging mogelijk toegang tot de Wlz betekenen.
Met name cliënten met een zorgbehoefte waarbij sprake is van een combinatie van factoren biedt de Wlz betere ondersteuning dan in de huidige situatie vanuit het gemeentelijk domein en het Zvw-domein, is de verwachting. Zonder continue nabijheid van begeleiders lukt het deze cliënten niet om structuur aan te brengen in het dagelijks leven. Het gaat bijvoorbeeld om oudere mensen met een combinatie van een psychische stoornis en somatische problematiek, mensen met een stoornis in het autistisch spectrum, een stoornis ten gevolge van de ziekte van Huntington of het syndroom van Korsakov.
Onderzoek
Blokhuis liet de Tweede Kamer eind 2017 al weten uitgebreid onderzoek te laten doen naar de effecten van de wetswijziging. “Op dit moment ben ik bezig de budgettaire consequenties in kaart te brengen”, schreef hij aan de Tweede Kamer. “Zo zal ik onderzoek laten doen naar de tarieven die gemeenten hanteren als het gaat om beschermd wonen.” Ook zaken als een zorgvuldige indicatiestelling, het maken van passende zorgprofielen en de gevolgen voor de risicoverevening in de Zvw behoeven nog aandacht, aldus de staatssecretaris.