Gemeenten doen er goed aan minder streng te zijn in het selecteren van aanbieders waarmee zij contracten afsluiten voor de levering van zorg en ondersteuning. Door te kiezen voor een ruim aanbod stimuleren gemeenten investeringen in zorgkwaliteit en verlagen zij de kosten van het inkoopproces.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het woensdag verschenen rapport ‘Naar een effectieve inkoop binnen het sociaal domein’.
Met de decentralisaties zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de inkoop van een groot deel van de maatschappelijke ondersteuning en de gehele jeugdhulp. Veel van de voorzieningen die tot deze domeinen behoren, worden sindsdien door gemeenten ingekocht bij zorgaanbieders.
Gemeenten maken verschillende keuzes wat betreft inkoopbeleid en het aantal aanbieders waarmee zij contracten afsluiten voor de levering van zorg en ondersteuning, constateert het CPB. Waar sommige gemeenten veel aanbieders contracteren, kiezen andere voor één of enkele aanbieders die voldoen aan strenge selectie-eisen. Volgens het CPB lijkt bij gemeenten de laatste tijd echter een tendens naar strengere selectie van aanbieders te ontstaan.
Prikkel
Uit het rapport blijkt dat het juist voordelen oplevert voor zowel gemeente als cliënt wanneer gemeenten minder strenge selectie-eisen hanteren en kiezen voor een ruim aanbod. Gemeenten die via veel aanbieders zorg inkopen, prikkelen deze aanbieders om goede kwaliteit te leveren, ziet het CPB. “Als er keuze is, moeten aanbieders namelijk hun best doen om de cliënt binnen te halen”, aldus de onderzoekers. Omdat de meeste gemeenten voor sociale voorzieningen een gereguleerd tarief hanteren, betekent dit dat aanbieders cliënten voor zich kunnen winnen door goede kwaliteit te bieden. Bovendien kan deze manier van inkopen volgens het CPB bijdragen aan kostenbesparing voor gemeenten, omdat het minder tijd en moeite kost om te bepalen welke aanbieders geschikt zijn.
De voordelen van een ruim aanbod gelden volgens het CPB alleen als cliënten daadwerkelijk zicht hebben op de kwaliteit van zorg. Een andere voorwaarde is dat de markt ruimte biedt voor meerdere aanbieders. Dit is het geval als er voldoende gebruikers per gemeente zijn en nieuwkomers eenvoudig kunnen toetreden. Ook moet de gemeente de kostprijs van aanbieders goed kunnen inschatten.
Specialistische jeugdhulp
Van alle gedecentraliseerde zorgtaken voldoen begeleiding en huishoudelijke hulp vanuit de Wmo en ambulante jeugdhulp het beste aan deze voorwaarden, zo blijkt uit het rapport. Deze voorzieningen kennen relatief veel gebruikers, die niet per se bij dezelfde aanbieder hoeven te zitten. Voor bijvoorbeeld specialistische jeugdhulp gelden de voorwaarden blijkens het rapport minder. In veel gemeenten maken slechts enkele jongeren hiervan gebruik. Ook kunnen nieuwe partijen minder eenvoudig toetreden tot de markt, omdat zij daartoe eerst moeten investeren in gebouwen en hooggeschoold personeel. Verder kan volgens het CPB van de cliënt of ouder niet altijd verwacht worden dat hij of zij altijd goed zicht heeft op de geschiktheid van de aanbieder.
Wanneer cliënten minder goed in staat zijn om een goede aanbieder uit te kiezen, kan een strengere selectie door gemeenten cliënten juist helpen. Selectie vooraf kan dan voor de gemeente een manier zijn om inwoners te behoeden voor hulpverlening van lage kwaliteit, stelt het CPB. Maar volgens de onderzoekers zijn er ook andere manieren om te zorgen dat iemand voor de aanbieder kiest die het best aansluit op zijn situatie. Zo kan iemand bij de keuze voor een zorginstelling ondersteuning krijgen via het eigen netwerk of met behulp van een onafhankelijke cliëntondersteuner, aldus het CPB.
Efficiëntievoordelen
Veronderstelde efficiëntievoordelen van strenge selectie blijken in de praktijk niet of nauwelijks te worden behaald, schrijft het CPB. Doordat gemeenten het budget vaak laten afhangen van het bestaande of historische cliëntenbestand, is er voor de aanbieder geen prikkel om het aantal cliënten terug te dringen. Bovendien bestaat het risico dat de gemeente te sterk afhankelijk wordt van een enkele marktpartij, waardoor de uitvoeringskosten dreigen toe te nemen.