Beroepsvereniging KNGF luidt de noodklok over het moeizame overleg met de zorgverzekeraars over onder meer de hoogte van de vergoeding. Door het gebrek aan resultaat raken fysiotherapeuten “moedeloos, teleurgesteld en steeds opstandiger”, zo schrijft het KNGF in een brandbrief.
Hoewel de zorgverzekeraars en fysiotherapeuten elkaar geregeld treffen om te praten over het Hoofdlijnenakkoord Paramedische Zorg (HLA PZ), het Systeemadvies en het inkoopbeleid 2019, ziet het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) “weinig ruimte om over wezenlijke thema’s te overleggen, laat staan dat ruimte ontstaat om te onderhandelen”.
Een belangrijk punt van zorg voor de fysiotherapeuten is de hoogte van de vergoeding. Het KNGF onderstreept wederom dat een tarief van rond de 28 euro niet kostendekkend is. Volgens de fysiotherapeuten gaat een reële kostprijs in de richting van 38 euro. Het KNGF noemt het “wrang” dat zorgverzekeraars kostprijsonderzoeken van onder anderen KPMG en de NZa niet ter harte nemen en tarieven aanbieden waarvan bekend is dat deze niet kostendekkend zijn, terwijl zorgaanbieders vaak geen alternatief hebben.
Administratieve willekeur
De fysiotherapeuten ergeren zich daarnaast aan administratieve willekeur. Of het nu over de behandelindex of de algemene bepalingen gaat, iedere zorgverzekeraar hanteert eigen kwaliteitseisen en administratieve verplichtingen.
Een en ander leidt volgens het KNGF tot “een schrikbarende toename van aantal uittreders en burn outs, onder met name de jonge fysiotherapeuten”. Ook zijn er steeds meer fysiotherapeuten die zonder contract werken, omdat de voordelen van een contract niet meer opwegen tegen de bijhorende administratieve belasting en tariefstelling.
Het KNGF noemt het onacceptabel dat de zorgverzekeraars deze punten niet willen adresseren in het inkoopbeleid voor 2019. Om de impasse te doorbreken roept het KNGF in de brandbrief op tot bestuurlijk overleg op korte termijn.