De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit 2015 biedt gemeenten de mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming toe te kennen, net als de oude Wmo. Dit oordeelt de Centrale Raad van Beroep (CRB) in een uitspraak in een zaak waar de gemeente Uden de vervoerskostenvergoeding van een inwoner introk.
De burger in deze zaak ontving een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een op kosten van de gemeente aangepaste auto. Deze tegemoetkoming berustte op de oude Wmo, de gemeente beëindigde de tegemoetkoming op basis van de nieuwe wet. Een nieuwe aanvraag voor een vervoerskostenvergoeding werd geweigerd. Volgens de gemeente Uden kent de Wmo 2015 slechts de mogelijkheid van een maatwerkvoorziening in natura en een persoonsgebonden budget.
De wet biedt níet de mogelijkheid van een maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming, zo redeneerde de gemeente. De rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde de burger in het gelijk. In hoger beroep oordeelt de CRB eveneens dat Uden de vervoerskosten niet had mogen beëindigen en de nieuwe aanvraag niet had mogen weigeren. De CRB herroept deze besluiten van de gemeente.
Verschillende argumenten
Overigens hanteren de rechtbank en de CRB verschillende argumenten voor hun uitspraken in deze zaak. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de grondslag voor zo’n financiële tegemoetkoming ligt in een specifiek artikel van de Wmo 2015, waarin staat dat de gemeenteraad bevoegd is om te bepalen dat een financiële tegemoetkoming wordt verleend aan mensen met bijvoorbeeld een beperking of chronische psychische problemen. Maar volgens de CRB is de bedoelde tegemoetkoming – anders dan de rechtbank heeft aangenomen – niet bestemd om de beperkingen van een persoon in de zelfredzaamheid en participatie te compenseren.
De CRB stelt dat een specifiek artikel van de Wmo 2015 recht geeft op een maatwerkvoorziening. De definitie van maatwerkvoorziening in de wet – diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen – is ruim genoeg is om ook een financiële tegemoetkoming te kunnen omvatten. De wet stelt wel als voorwaarde dat de financiële tegemoetkoming een passende bijdrage moet leveren aan de zelfredzaamheid en participatie van de aanvrager.
De CRB maakt met deze uitspraak duidelijk dat financiële tegemoetkomingen onder de Wmo 2015 toelaatbaar zijn. Gemeenten kunnen financiële tegemoetkomingen voor bijvoorbeeld verhuiskosten en vervoer van inwoners met beperkingen voortzetten. Tegen de uitspraak is geen beroep mogelijk, de CRB is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.