Wijkteams kampen met een hoge werkdruk, mede als gevolg van de zwaardere en complexere problematiek in de wijk. Aan taken als preventie, het bevorderen van participatie en aanwezigheid in de wijk komen de teams onvoldoende toe.
Dit blijkt uit een inventarisatie van onderzoeksbureau Movisie, uitgevoerd in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), naar de stand van zaken omtrent de sociale (wijk)teams.
Het aantal gemeenten dat met wijkteams werkt, is licht gedaald ten opzichte van de vorige peiling. Bij een eerste inventariatie onder 224 gemeenten in 2014 bleek dat 69 procent met een wijkteam werkte. Een jaar later was dit percentage gestegen tot 87 procent. In 2017 beschikte 83 procent van de gemeenten met de wijkteams, zo blijkt uit de meest recente peiling uit 2017, waaraan 242 gemeenten deelnamen.
Movisie ziet een stijging van het aantal gemeenten dat met doelgroep-specifieke teams werkt, van 14 procent in 2015 naar 23 procent in de recente peiling. Het betreft bijvoorbeeld teams gericht op jeugd en gezin of teams voor meervoudige problematiek. Het aantal teams dat voor alle hulpvragen inzetbaar is nam daarentegen af. De onderzoekers noemen de hoge werkdruk en dito caseload waarmee de teams kampen als mogelijke verklaring voor de versmalling van het takenpakket.
Complexiteit
Punt van zorg bij gemeenten is de toegenomen complexiteit van vraagstukken. De teams krijgen steeds meer te maken met zwaardere casuïstiek en multiproblematiek. Bij het opschalen naar specialistische zorg en hulpverlening ontstaan problemen doordat organisaties als Veilig Thuis en specialistische jeugdhulp te maken hebben met wachtlijsten. Dit bemoeilijkt de doorstroom, waardoor zware gevallen te lang bij het sociale team blijven hangen.
De wijkteams zijn momenteel de meeste tijd kwijt aan casusregie, vraagverheldering en keukentafelgesprekken, het maken van plannen met de cliënt en het bieden van kortdurende ondersteuning. Aan bepaalde taken komen teams nog onvoldoende toe, geven gemeenten aan. Hiertoe behoren preventief werken of vroegsignalering, het bevorderen van participatie, en in de wijk zichtbaar en bereikbaar zijn voor inwoners.
Werk en inkomen
Werk en inkomen maken ten opzichte van de eerdere peilingen minder vaak onderdeel uit van het takenpakket van de teams, terwijl bij veel cliënten met multiproblematiek juist financiële problemen een rol spelen. Movisie noemt dit een opvallende trend. Voor een integrale aanpak is juist een nauwe samenwerking tussen de (wijk)teams en werk en inkomen nodig, aldus de onderzoekers.
Wijkteams werken met verschillende partijen samen, waaronder huisartsenpraktijken, woningcorporaties en Veilig Thuis-organisaties. Met name met huisartsen is het voor wijkteams lastig om tot goede afspraken te komen, constateert Movisie. Huisartsen verwijzen vaak direct zelf door naar de zorg, zonder overleg met het wijkteam of zelfs zonder hen daarover in te lichten.
Triage
Om de knelpunten met betrekking tot de zwaardere casuïstiek het hoofd te kunnen bieden is het volgens de onderzoekers zaak te kijken naar de samenstelling van de teams. Als aanbeveling noemen zij werken met zogenoemde t-shaped professionals: hulpverleners die een eigen specialisme hebben, maar naar buiten toe als generalist optreden en signaleren. Een andere oplossing is volgens Movisie om binnen de teams te gaan werken met triage, zoals bij de spoedeisende hulp en huisartsposten al steeds vaker gebeurt. Doel is om aan de hand van de situatie prioriteiten te stellen en te bepalen wie direct hulp nodig heeft en wie kan wachten op hulp. Zo kan volgens de onderzoekers voorkomen worden dat problemen escaleren.