De kosten voor aanvullende geneeskundige zorg voor specifieke groepen in de eerste lijn vallen per 1 januari 2020 onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Tot die tijd blijft een tijdelijke subsidieregeling van kracht. Voor 2019 is er een bedrag van 65 miljoen beschikbaar.
Dit schrijft minister voor Medische zorg Bruno Bruins op 16 januari in een brief van VWS aan de Tweede Kamer. Het betreft extramurale zorgkosten voor bijvoorbeeld ouderen met multiproblematiek, patiënten met progressieve aandoeningen als Parkinson of MS, mensen met niet-aangeboren hersenletsel en mensen met een verstandelijke beperking. De zorg wordt bij voorkeur thuis of in eigen omgeving geleverd, en anders in het eerstelijnsverblijf (ELV) of de geriatrische revalidatiezorg (GRZ). De aanvullende zorg draagt bij dat mensen langer zelfstandig blijven, het voorkomt onnodige ziekenhuisopnames en ontlast de huisarts.
Multidisciplinaire bekostiging
Op verzoek van de voorganger van Bruins hebben het Zorginstituut en de NZa de overgang vanuit de AWBZ naar de Zvw bestudeerd. De kosten passen prima onder de Zvw, concludeerde het Zorginstituut al in 2016. De NZa bracht in december 2017 advies uit. De autoriteit pleit ervoor om toe te werken naar multidisciplinaire, integrale vorm van bekostiging. Dus niet voor elke zorgverlener op zich, maar als één enkele prestatie. De aanvullende geneeskundige zorg wordt meestal geleverd door een multidisciplinair team met naast artsen ook gedragsdeskundigen, fysio- en ergotherapeuten, logopedisten en diëtisten.
Subsidieprestaties
Multidisciplinaire bekostiging is op korte termijn niet haalbaar, oordeelt de NZa, maar de financiering kan nu wel aansluiten op de huidige subsidieprestaties. De minister moet dan nog beslissen wat de gevolgen zijn voor het eigen risico, hoe de regeling aansluit bij de bestaande paramedische zorg en bij de macrobudgettaire kaders binnen de Zvw.
Overhevelingen
De nieuwe bekostiging kan per 1 januari 2019 ingaan, adviseert de NZa, maar de minister vindt dat nog te vroeg. Bruno Bruins wil meer tijd nemen om rekening te houden met de samenhang met het ELV en GRZ, maar ook omdat eerdere overhevelingen van AWBZ-zorg veel voorbereiding hebben gekost. De tijdelijke subsidies blijven dus een jaar langer van kracht.