Om te voorkomen dat voormalige bestuurders in bijvoorbeeld de zorg in een functie als ‘adviseur’ bij dezelfde organisatie meer dan het maximum van de Wet normering topinkomens (WNT) kunnen verdienen, blijven zij met ingang van 2018 nog vier jaar onder de WNT vallen als zij de topfunctie tenminste een jaar hebben vervuld. Dit blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, waar de WNT onder valt.
In 2015 schreef de voorganger van Ollongren, Ronald Plasterk, nog dat topfunctionarissen die na hun vertrek een adviseursfunctie blijven vervullen binnen dezelfde organisatie, niet onder de WNT-normering vallen. Hij antwoordde op Kamervragen over de bezoldiging van voormalig bestuurder Paul Spronken van ggz-aanbieder Reinier van Arkel. Spronken zou 200.000 euro hebben getoucheerd voor een maand werk.
Voortaan kan een voormalige bestuurder niet meer voor een exorbitant bedrag als adviseur werken na zijn vertrek bij dezelfde zorgaanbieder. Minister Ollongren noemt in de brief meer maatregelen in de brief tegen ontwijking van de normering van de WNT. Zo geldt er met ingang van 2018 niet langer alleen een maximum voor de bezoldiging die een topfunctionaris bij een WNT-instelling ontvangt, maar wordt ook de totale bezoldiging uit bestuursfuncties bij WNT-instellingen opgeteld en gemaximeerd.
Overtredingen
Ollongren heeft bij de brief aan de Kamer de WNT-jaarrapportage 2016 gevoegd, waarin een overzicht staat van de geconstateerde overtredingen in de publieke en semipublieke sector. De rapportage omvat zowel nieuw geconstateerde overtredingen als een actualisatie van overtredingen uit eerdere WNT-jaarrapportages die nog in behandeling waren.
Op de lijst staan 25 zorgaanbieders. Enkele organisaties zijn in de lijst beland omdat ze de bezoldiging niet openbaar hebben gemaakt, verreweg de meeste zorgorganisaties in het overzicht hebben het toepasselijk bezoldigingsmaximum overschreden. De bedragen waar het om gaat, variëren van circa 446 euro (die het Slotervaartziekenhuis in 2014 overmaakte naar twee externe topfunctionarissen) tot bijna 19.000 euro (die Careyn in hetzelfde jaar te veel betaalde aan een topfunctionaris). In beide gevallen zijn de betalingen inmiddels teruggedraaid.
Effectief instrument
De WNT is volgens Ollongren een effectief instrument gebleken en het kabinet zal “onverminderd streng toezien op naleving van de wet en eventuele problemen bij de uitvoering aanpakken”. Net als vorig jaar is er een “grote mate van naleving van de wet” bij de circa zesduizend organisaties in de (semi-)publieke sector die onder de WNT vallen. Het aantal overtredingen is volgens de minister in het licht van dit aantal beperkt.
Op dit moment is er nog een groep topfunctionarissen die als gevolg van het overgangsrecht meer verdient dan het bezoldigingsmaximum. Dit aantal neemt de komende drie jaar gestaag af, voorspelt Ollongren, omdat de overgangsperiode afloopt. Zij verwacht dat mede hierdoor de effecten van de wet steeds meer zichtbaar worden.