Het kabinet past de regels omtrent nachtwerk niet aan. De Gezondheidsraad had geadviseerd het maximaal aantal jaren nachtwerk in de Arbeidstijdenwet op te nemen. Onderzoek toont namelijk aan dat hoe langer iemand nachtdiensten draait, hoe groter de kans is op negatieve gezondheidseffecten.
Volgens staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) biedt het advies van de Gezondheidsraad echter “onvoldoende aanknopingspunten” om de wet aan te passen, schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer.
De Gezondheidsraad had in opdracht van SZW onderzoek gedaan naar nachtwerk en gezondheidsrisico’s. Hieruit blijkt dat het draaien van nachtdiensten tot negatieve gezondheidseffecten kan leiden, waaronder een verhoogd risico op diabetes en hart- en vaatziekten. Het risico op deze ziekten neemt toe met meer jaren nachtwerk. Bij 40 jaar nachtwerk is het aantal gevallen van diabetes onder nachtwerkers bij 21 van de 100 gevallen te wijten aan het nachtwerk. Bij hart- en vaatziekten zijn dit 23 van de 100 gevallen, zo blijkt uit het rapport.
De raad adviseerde om de duur van nachtwerk, oftewel het maximaal aantal jaren, in de Arbeidstijdenwet op te nemen. De staatssecretaris schrijft in haar brief dit advies niet over te nemen. “Het advies geeft namelijk – naast het opnemen van de component ‘duur van nachtwerk’ – geen concrete aanbevelingen voor aanpassingen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de Gezondheidsraad nog geen wetenschappelijke onderbouwing kan geven voor wat de maximale duur van nachtwerk in een mensenleven of loopbaan moet zijn.”
Maximum
Ook geeft Van Ark aan dat de bestaande wet de hoeveelheid nachtwerk al fors beperkt. Zo is er in Nederland een maximum aantal nachtdiensten per jaar vastgesteld en zijn er eisen rondom rusttijden na nachtdiensten. “Die gaan verder dan de Europese regelgeving”, aldus de staatssecretaris. Daarnaast is het volgens Van Ark “onuitvoerbaar om werkgevers verantwoordelijk te stellen voor werkcondities die de gehele loopbaan van een werknemer betreffen”. “Dit alles maakt het wat mij betreft dan ook onwenselijk om nadere, uniforme regels te stellen aan (de condities van) nachtwerk en om vanuit de overheid nachtwerk voor iedereen verder te beperken.”
Wel vindt Van Ark dat maatregelen nodig zijn om gezondheidseffecten door nachtwerk te voorkomen en te beperken. Ze roept werknemers en werkgevers op om “aan de slag te gaan” met de informatie uit de rapporten van de Gezondheidsraad. “Ik zal aanvullend daarop zorgen voor informatievoorziening die aansluit bij de behoefte van zowel werkgevers als werknemers. Voor nachtwerkers stellen we deze behoefte vast na onderzoek in focusgroepen. Hiermee beoog ik werknemers waarmogelijk in staat te stellen om keuzes te maken rondom het al dan niet werken in de nacht en oog te hebben voor preventieve maatregelen.” Ook roept de staatssecretaris bedrijfsartsen op na te denken over het opstellen van een richtlijn over nachtwerk.
Onderzoek
Ook heeft de staatssecretaris het RIVM opdracht gegeven naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad onderzoek te doen naar de effectiviteit van maatregelen gericht op het voorkomen of verminderen van gezondheidsschade door nachtwerk. Aanvullend daarop gaan TNO en het RIVM in opdracht van het ministerie en in overleg met het Kennisplatform Nachtwerk praktijkgericht onderzoek doen naar preventieve maatregelen. Dit moet praktische handvatten voor werkgevers en nachtwerkers opleveren om negatieve gezondheidseffecten zoveel mogelijk te voorkomen.