Digital and mobile healthcare concept with hand holding smart phone
Zorgaanbieders moeten inzetten op blended care, een mix van traditionele zorg en e-health, om de zorg voor chronisch zieken te verbeteren. E-health is met name nuttig om patiënten de regie te laten behouden en ze te informeren over hun ziekte. Dit zegt Esther Talboom-Kamp, voorzitter van de raad van bestuur van Saltro, die op 21 november aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) promoveerde op dit onderwerp.
Nederland telt steeds meer patiënten met chronische ziekten zoals diabetes, hartfalen en longziekten. E-health als aanvulling op de bestaande zorg is volgens Talboom-Kamp nodig om deze uitdaging het hoofd te bieden. De behandeling bestaat dan uit face-to-face-contact gecombineerd met online communicatie, bijvoorbeeld via een smartphone of pc. “Patiënten krijgen dan meer regie over hun gezondheid, bijvoorbeeld als het gaat om leefstijl of medicijngebruik. Daardoor zullen ze sneller geneigd zijn hun gedrag te veranderen.”
Voor haar promotieonderzoek bestudeerde Talboom-Kamp de effectiviteit van e-health-toepassingen voor twee groepen patiënten. Zo onderzocht ze het effect van e-health op patiënten die antistolling gebruiken, bijvoorbeeld vanwege een hartritmestoornis of na het krijgen van een trombosebeen of –arm. Daarbij vergeleek ze patiënten die reguliere zorg kregen met patiënten die aan zelfmanagement deden. Patiënten in de zelfmanagementgroepen prikten zelf hun bloedwaarden en pasten hun medicijngebruik aan met behulp van een e-health-applicatie. Zij werden getraind met een e-learning of een klassieke groepscursus.
Talboom-Kamp: “Mensen konden zelf kiezen of ze e-health wilden. Voor deze gemotiveerde groep met voldoende vaardigheden bleek zelfmanagement even goed als de zorg van de trombosedienst.” E-Health met e-learning bleek de meest efficiënte werkwijze, volgens de onderzoeker mede vanwege de goede aansluiting bij het dagelijks leven van de patiënt.
COPD
Bij COPD-patiënten keek ze naar het effect van verschillende manieren van het aanbieden van e-health in huisartspraktijken. “Patiënten die het kregen voorgeschreven als een soort medicijn en daar veel begeleiding bij kregen, maakten er het meeste gebruik van”, constateert Talboom-Kamp. “Ook het intensief trainen van huisarts en praktijkondersteuner in het begeleiden van patiënten, leidde tot meer gebruik.”
De gezondheidsstatus verschilde niet tussen patiënten die wel of geen e-health gebruikten. Dat kan volgens de onderzoeker komen doordat de looptijd van het onderzoek te kort was, of doordat het ging om patiënten met milde COPD bij wie de gezondheid sowieso aardig onder controle is.
Saai
Opvallend was volgens Talboom-Kamp dat patiënten het e-health-platform waarmee zij werkten vaak te saai vonden. “Patiënten worden vrolijker van games, punten of avatars winnen. Nu klaagden ze dat de toepassingen toegespitst waren op ziekte in plaats van op mogelijkheden. Eén patiënt zei bijvoorbeeld dat ze al niet vrolijk werd van de welkomstboodschap: ‘Welkom op het COPD-platform’. Met technische verbeteringen zou e-health een stuk aantrekkelijker kunnen worden.”