De gemeente Utrecht biedt inwoners met een ernstige beperking onvoldoende voorzieningen om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. De informatievoorziening schiet tekort, mantelzorgers voelen zich te zwaar belast en de toegankelijkheid van wegen en gebouwen moet beter.
Dit blijkt uit een rapport van de Utrechtse Rekenkamer dat donderdag aan de gemeenteraad is gepresenteerd.
De rekenkamer concludeert dat er in Utrecht veel voorzieningen zijn die het mogelijk maken voor inwoners met een ernstige beperking om langer zelfstandig thuis te wonen, maar dat het aanbod ontoereikend is. Zo weet een kwart van de Utrechtse inwoners met een ernstige beperking en hun mantelzorgers niet goed waar zij terecht kunnen voor hulp. Meer dan de helft van de mantelzorgers heeft behoefte aan meer informatie over voorzieningen. Ook is er behoefte aan meer informatie over de ondersteuning die mantelzorgers kunnen krijgen.
Mantelzorgers
Een groot deel van de Utrechtse mantelzorgers voelt zich zwaar belast en maakt zich zorgen of zij dit in de toekomst wel volhouden, zo blijkt uit het rapport. De rekenkamer noemt dit een zorgelijke ontwikkeling en beveelt de gemeente aan na te gaan hoe mantelzorgers beter ondersteund kunnen worden. Er is met name behoefte aan meer financiële, proactieve en praktische ondersteuning.
Ook wijst de rekenkamer op de noodzaak om de toegankelijkheid van bestaande wegen en gebouwen te verbeteren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het ontbreken van afritjes, ongelijke bestrating, obstakels op het voetpad, trappetjes bij de toegang tot gebouwen en het ontbreken van een invalidentoilet.
Regie
De rekenkamer vindt dat de gemeente “stevig de regie moet voeren” en de informatievoorziening aan deze groep inwoners moet verbeteren. De rekenkamer stelt voor om in iedere wijk een centraal punt in te stellen waar inwoners en mantelzorgers met al hun vragen terecht kunnen.
In Utrecht wonen 30 duizend mensen met een ernstige beperking. De verwachting is dat dit aantal door bevolkingsgroei en vergrijzing fors zal stijgen. De gemeente moet meer inspelen op de gevolgen daarvan, vooral voor de woningmarkt en de inrichting van de openbare ruimte, aldus de rekenkamer.