Het gebruik van e-health blijft achter bij het aanbod en opschaling van toepassingen blijft vaak uit. Zorggebruikers weten doorgaans niet wat er allemaal mogelijk is op dit gebied, terwijl het voor zorgverleners vaak niet duidelijk is hoe ze e-health-toepassingen kunnen inzetten. Dit komt naar voren uit de eHealth-monitor 2017 van kennisinstituten Nictiz en NIVEL, de jaarlijkse inventarisatie van beschikbaarheid en gebruik van e-health.
Volgens Nictiz en NIVEL zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet op het gebied van technologische ontwikkelingen en het creëren van aanbod van e-health. Standaarden voor informatie-uitwisseling en gegevensvastlegging worden steeds meer toegepast voor adequate gegevensoverdracht. Ook wordt er meer onderzoek gedaan naar de effecten van e-health-toepassingen en worden nieuwe financieringsmogelijkheden “onderzocht en benut”.
Toch blijft het gebruik van e-health in de dagelijkse praktijk achter bij de mogelijkheden die er zijn, constateren de onderzoekers. Zo is het aanbod van online contactmogelijkheden toegenomen, maar weten veel zorggebruikers niet dat ze daarvan gebruik kunnen maken. Minder dan een op de drie zorggebruikers geeft aan dat de zorgverlener wel eens wat heeft verteld over de mogelijkheden van online contact.
Veilig
Bij zowel artsen als zorggebruikers roept online contact vaak nog vragen op. Zo is een deel van de artsen er niet van overtuigd dat online contact veilig is. Voor een deel van de zorggebruikers geldt eveneens dat zij online contact niet veilig achten, of niet goed weten of het wel voldoende informatie oplevert.
Uit het onderzoek blijkt verder dat medisch specialisten en verpleegkundigen patiënten steeds vaker online inzage bieden in het medisch dossier. Met name in de ouderenzorg is sprake van een toename. Bij de huisartsen is daarentegen nauwelijks een stijging waarneembaar. Het aantal zorggebruikers dat aangeeft online inzage te hebben in hun gegevens bij de huisarts, schommelt al jaren rond de 3 en 5 procent.
Zelfmanagement
Wat betreft zelfmanagement heeft ongeveer de helft van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen in 2017 zelfstandig gezondheidswaarden gemeten, met name gewicht, bloeddruk en bloedsuikerwaarden. Dit is een stijging ten opzichte van vorig jaar. Gezondheidswaarden worden ook vaker bijgehouden dan eerdere jaren. Minder dan een tiende van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen geeft aan wel te willen meten, maar dit niet te kunnen. Een evenredig klein deel geeft aan niet te meten, maar dit wel te willen. Van de chronisch zieken maakt 4 procent gebruik van een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Bijna een kwart geeft aan dit wel te willen gebruiken.
“Om de opschaling van zinvolle e-health te stimuleren zou de focus meer moeten liggen op het bevorderen van gebruik daar waar e-health toegevoegde waarde biedt”, concludeert Lies van Gennip, directeur Nictiz. Zo biedt online inzage in de eigen gegevens voordelen voor chronisch zieken, zoals sneller inzicht in eigen medicatiegegevens en meer betrokkenheid bij de behandeling, aldus de onderzoeksinstituten.
Medicatiecontrole
Bij de verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg vindt meer dan de helft het gebruik van een digitale toepassing noodzakelijk voor het uitvoeren van de dubbele medicatiecontrole. Dit maakt het voor een tweede zorgverlener mogelijk om op afstand te controleren of de juiste medicatie wordt toegediend bij een zorggebruiker. Op dit moment geeft slechts 23 procent van de verpleegkundigen aan dat controles digitaal worden uitgevoerd.
Ook liggen er volgens NIVEL en Nictiz kansen voor het gebruik van telemonitoring, het op afstand monitoren van een patiënt door een zorgverlener. Ongeveer de helft van de huisartsen wil hier gebruik van maken bij patiënten met diabetes, maar heeft hier nog geen concrete plannen voor.
“Om van e-health een succes te maken, is het nodig om te bepalen waarom je het wil gebruiken en is aandacht nodig voor de implementatie ervan”, zegt Roland Friele, adjunct-directeur NIVEL. “E-health wordt dan een onderdeel van het zorgproces en zorgverleners kunnen samenwerken om optimaal gebruik te maken van elkaars kennis en kunde.”
Nut en noodzaak
De onderzoeksinstituten doen een aantal aanbevelingen om het gebruik van e-health te stimuleren. Zo kunnen zorgaanbieders helpen bij het verhelderen van “nut en noodzaak” van e-health voor patiënten. Daarnaast zouden overheid en ICT-leveranciers meer moeten inzetten op het verbeteren van digitale gegevensuitwisseling en dubbele medicatiecontrole, zodat patiëntgegevens altijd beschikbaar en up-to-date zijn. Opleidingsinstituten kunnen op hun beurt studenten ervaring laten opdoen met e-health en het onderdeel van de geboden opleiding maken, aldus de onderzoekers. Ook pleiten Nictiz en NIVEL voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de succesfactoren en belemmerende factoren bij het gebruik van e-health.